Accessibility Tools

Skip to main content

[Interview] Motivaction-directeur Pieter Paul Verheggen over de toekomst van marktonderzoek

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

Pieter Paul Verheggen (55) is sinds 1989 managing partner van Motivaction en sinds 2009 algemeen directeur. Naast zijn functie bij Motivaction was hij van 2001 tot mei 2014 voorzitter van de MOA, de branchevereniging van professionele beleids- en marketinginformatie in Nederland. Op internationaal niveau is Verheggen sinds 2015 bestuurslid van Esomar, de wereldorganisatie van marktonderzoekers en van GlobalNR, het wereldwijde netwerk van onafhankelijke onderzoekbureaus. We interviewen Verheggen over de toekomst van marktonderzoek.


Waarom ben je indertijd bij Motivaction gaan werken?

‘Ik studeerde Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Daar werd ik gegrepen door het feit dat er altijd meerdere mogelijkheden zijn om gedrag te verklaren. Je moet heel goed naar mensen kijken om te begrijpen wat de achterliggende drijfveren zijn. We zijn als mens, maar ook als marketeer, innovator of communicatiedeskundige geneigd om lineair te denken en dingen simpel te verklaren. Dan proberen we mensen met rationele argumenten te overtuigen om bijvoorbeeld elektrisch te gaan rijden of te consuminderen. Maar menselijk gedrag is altijd veel complexer. Je in de supermarkt aan de kassa laten verleiden tot impulsaankopen, terwijl je tot dan toe op je journey door de winkel nog zo verstandig was. Dat tegenstrijdige gedrag van mensen, dat vind ik mateloos interessant.’

 

‘Drie jaar na de oprichting van Motivaction heb ik er mijn afstudeeropdracht uitgevoerd. En daar kon ik me echt verdiepen en doorgraven naar de werkelijke reden achter dat gedrag en praktische aanbevelingen doen naar klanten en opdrachtgevers. Bedrijven helpen met de combinatie van sociaalwetenschappelijk onderzoek en tegelijkertijd een praktische invulling ervan. En dat in een omgeving met zoveel diversiteit en afwisseling: fast moving, business-to-business, not-for-profit, zorg, onderwijs, zoveel verschillende kanten.’

 

Sinds wanneer bestaat Motivaction? Hoeveel medewerkers en marktonderzoekers werken er?

‘Motivaction is in 1984 opgericht als onafhankelijk onderzoeksbureau. Inmiddels zijn er 87 vaste medewerkers, waarvan 46 marktonderzoekers. Met alle zzp’ers, data-analisten en IT-experts zijn er ongeveer 125 medewerkers.’

 

Wat zijn jullie doelstellingen en de visie en waarin zijn jullie anders dan anderen?

‘Wij maken ons sinds de oprichting hard voor toonaangevend advies en onderzoek gebaseerd op de waarden, motieven en leefstijl van mensen en organisaties. Waarin Motivaction van anderen verschilt, is dat wij werkelijk verder kijken naar de achterliggende motieven en beweegredenen van consumenten. Want de menselijke factor is en blijft de motor van ons handelen en gedrag. Nu doen we dat bijvoorbeeld ook internationaal met ons Glocalities-model. Daarmee hebben we inzicht in de waarden en leefstijl van mensen over vrijwel de hele wereld. Zo kunnen wij organisaties helpen strategieën stap voor stap uit te rollen en producten en diensten af te stemmen op wat de klant echt wil of nodig heeft. Zo wordt de samenleving steeds iets leuker.’

 

Welke ontwikkelingen zie je op het gebied van marktonderzoek?

‘Er zijn eigenlijk twee ontwikkelingen. Ten eerste moeten we afleren om alleen maar vragen te stellen. We hebben de ouderwetse traditionele observaties nodig, maar daarnaast moeten we ook bestaande data analyseren. Smart data-analyse, want de toekomst van het marktonderzoek ligt ook in het selecteren van de juiste data. Ten tweede kunnen we met behulp van neuroscience – EEG-en fMRI-scans - in het hoofd van mensen kijken. Wat gebeurt er in de hersenen wanneer we verpakkingen, logo’s innovaties laten zien? En wat zijn daarin de verschillen tussen mensen? Met deze kennis kunnen we als organisatie en als samenleving ons voordeel doen.’

 

En welke ontwikkelingen zie je op het gebied van automatisering?

‘Ik denk dat we op een kruispunt staan: de technologie en i(c)t komen ons vakgebied in. Technologie wordt een van de pijlers van ons vakgebied. Neuroscience of big data-analyses geven ons nieuwe inzichten om gedrag te verklaren en te voorspellen wat onze volgende stap moet zijn. We moeten wel blijven opletten. We weten namelijk ook dat mensen lang niet alles van zichzelf laten zien op social media. En je kunt mensen wel in fMRI-scanners leggen, maar halen we daarmee alles boven tafel? Ook niet. Het zal een combinatie moeten zijn van observatie en conversatie: traditionele groepsdiscussies, maar ook online communities, neurowetenschap en smart data-analyse. We moeten leren welke plaats het in onze toolbox heeft. Wanneer gebruik je het voor wat? Dat zijn we aan het uitvinden.’

 

Zijn nieuwe bureaus die vooral data verzamelen een bedreiging voor het traditionele marktonderzoek en hoe gaan jullie hier mee om?

‘Nee, dat is geen bedreiging. Een groot voordeel van de opkomst van die bedrijven is dat ze laten zien dat er andere manieren zijn om relevante informatie te achterhalen. Zo kunnen we gedrag ook duiden en voorspellen. Natuurlijk, het zijn concurrenten, aanjagers. Maar voor specifieke informatie over hoe mensen zich voelen, hun opinies en attitudes kun je niet alleen op bijvoorbeeld social media vertrouwen. De nieuwkomers gaan niet het hele marktonderzoek vak overnemen, maar ze zijn wel een belangrijke beweging voor het vak. Ook in mijn rol als voorzitter van de MOA en nu in de Esomar ben ik er altijd voorstander van geweest om dat soort nieuwe bedrijven ook echt een plek te geven binnen onze branche.’

Ligt marktonderzoek nog steeds aan de basis van marketing en waarom?

‘Marketing is bij uitstek de creatieve vertaling van het inspelen op behoeftes van mensen. Dus moet de marketing kennisnemen van wat de consument of burger drijft. Ik denk dat marketing zonder marktonderzoek niet bestaat. Dat wil niet zeggen dat alles onderzocht moet worden. Het is wel heel verstandig om op gezette tijden terug te gaan naar de consumenten die zijn afgehaakt, of juist naar de consumenten die super enthousiast zijn, om te leren waarom ze zo trouw en loyaal aan je zijn en waarom ze op het volgende moment weer afhaken. En wat het mechanisme erachter is en hoe je je daar in communicatie en strategie op aan moet passen.’

 

‘Ik wil marktonderzoek niet met tandartsen vergelijken, maar je gaat twee keer per jaar naar de tandarts omdat je bepaalde dingen gewoon wil weten. Klopt het, gaat het goed, zit ik op het goede spoor, moet ik er nog wat bijdoen? Ik denk dat onderzoek ook die functie heel goed kan hebben, af en toe een check up en soms een diepgravende verkenning.’

 

Waar laten marketeers volgens jou kansen liggen?

‘Marketeers richten zich met hun marketingstrategieën veel op te korte termijn, sales en het behalen van rendement. Dat is allemaal belangrijk, maar daarnaast hebben ze ook een verantwoordelijkheid om de reputatie van de organisatie te bewaken. Hoe een onderneming achter de producten staat, speelt in deze tijd een steeds grotere rol in de beleving van de consument. Kijk maar naar de wijze waarop de consument reageert op de ‘sjoemelsoftware’ bij Volkswagen. Marketeers moeten zichzelf en het bedrijf de vraag stellen: het beeld dat wij aan de voorkant neerzetten met onze communicatiestrategie, wordt dat intern ook waargemaakt? Ik denk dat reputatie en reputatiemanagement meer dan ooit ook thuishoren in de toolbox van de marketeer. En wij als onderzoekers kunnen daar heel waardevolle informatie voor aanleveren door de beleving van de consument boven tafel te halen en na te gaan of bepaalde uitingen, of een bepaalde strategie ook daadwerkelijk past bij waar dat bedrijf voor staat en de perceptie van de consument.’

 

Wat is jullie nieuwste tool en waarom is dit innovatief?

‘We zijn heel trots op onze nieuwst tool World of Glocalities. Deze app maakt het mogelijk om in 24 landen specifieke doelgroepen te profileren en te targetten. Gebaseerd op globaal onderzoek kunnen bedrijven en organisaties zo echt begrijpen hoe hun klanten in het leven staan. Dit biedt enorme mogelijkheden voor internationale merkpositionering.’

 

Heb je een voorbeeld van een succesvolle case?

‘Wat wij goed hebben gedaan is het normen- en waarde denken. Dat hebben wij geïntroduceerd. We zijn er met passie ingestapt, we hebben het theoretisch uitgediept, en er met het Mentality-model een goede analyse-tool van gemaakt. En we hebben het begrijpelijk gemarket. Daar ben ik trots op. Het onderzoek dat we onder Nieuwe Nederlanders doen is ook een voorbeeld. Wij hebben als een van de eersten het belang van marktonderzoek naar Nieuwe Nederlanders ingezien. Motivaction ziet en duidt wat er in de samenleving leeft. Dat nemen we mee, ook als klanten er nog niet om vragen. In die zin vind ik echt dat wij als voorlopers functioneren.’

 

Hoe ga je met tegenslag om?

‘Ik denk dat het uitmaakt waar die tegenslag vandaan komt. We verstuurden onlangs bijvoorbeeld een brief naar inwoners van de gemeenten Elso en Willemstad in Limburg en Brabant. Dat hadden de gemeenten Elso en Willemstad in Friesland moeten zijn. Het is mensenwerk, soms maken we fouten. Dat moeten we zoveel mogelijk voorkomen en we moeten er transparant over zijn. Daarna kijk je hoe je het de volgende keer beter kunt doen.’

 

Hoe zie je de toekomst van Motivaction en wanneer ben je daarin geslaagd?

‘Onze onafhankelijkheid is heel erg belangrijk. Belangen in organisaties worden steeds groter en er is behoefte aan een zelfstandig bureau dat op eigen wijze bedrijven kan helpen ook internationaal een strategie uit te rollen. We merken ook dat landsgrenzen vervagen. Daarmee is de noodzaak van internationale aanpak en die zetten we onder andere uit met ons Glocalities programma. Wanneer we geslaagd zijn? Als het denken van motivaties naar aspiraties van consumenten en burgers op alle werelddelen omarmd wordt. Wat willen consumenten en burgers, waarom doen ze dingen, wat is het mechanisme achter hun gedrag? En dat betekent ook dat wij gebruik moeten maken van nieuwe technieken zoals smart data. Wij moeten helpen klanten de juiste informatie te selecteren. Niet alleen maar blind achter alle informatie die beschikbaar is aanlopen, maar welke informatie is nou werkelijk relevant voor je? Wat heb je nodig om verder te gaan?’

 

Bron: MarketingTribune, 26.082016

Acht oplossingen voor verbetering van het perspectief van de Nederlandse middengroep

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

Pieter Paul Verheggen, algemeen directeur van Motivaction: "Het coronavirus legt pijnlijk bloot dat de zwakkeren in onze samenleving het op dit moment extra zwaar hebben.Maar wat dit virus verhultis dat er nog een veel grotere groep burgers in Nederland is die het al jarenlang zwaar te verduren heeft, en dat zijn de middengroep(en). Uit een grootschalig onderzoek dat Motivaction in 2020 in samenwerking met de Nationale Denktank uitvoerde, komt duidelijk naar voren dat hun positie behoorlijk is verzwakt als het gaat om kansen op de arbeidsmarkt, huisvesting als ook ten aanzien van financiën. En als we niet oppassen zal de impact van hun verzwakte positie zich nog veel langer doen gelden, lang nadat er een oplossing voor de pandemie is gevonden."

 

Alleen als de middengroep weer de aandacht en prioriteit krijgt die zij verdient, kan Nederland met vertrouwen de toekomst tegemoet. Het afgelopen decennium is de sociaaleconomische positie van de middengroep verslechterd. Acht concrete initiatieven zoals De Niet Woning Corporatie, de financiële tool ZelfstandigBerekend en De Nieuwe Polder moeten uitkomst bieden. Vandaag lanceert de Nationale DenkTank 2020 het rapport ‘Het midden weer centraal’ met acht oplossingen voor verbetering van het perspectief van de Nederlandse middengroep.

 

Middengroepen hebben het moeilijk

De middengroep, de ruggengraat van Nederland, staat onder druk. Dit blijkt uit het onderzoek van de Nationale DenkTank 2020 onder meer dan 1.200 Nederlanders, uitgevoerd in samenwerking met Motivaction. Zo concurreren middelbaar opgeleiden steeds meer met hoger opgeleiden op het gebied van werken, wonen en participatie [i]. Ook is er sprake van toenemende maatschappelijke isolatie van de middengroep.

 

Deze acht oplossingen presenteert de Nationale DenkTank 2020 in hun rapport ‘Het midden weer centraal’

  1. Verzeker zzpricht zich op een beleidsvoorstel met het doel een inkomensgarantie voor zzp’ers te organiseren in het geval van tijdelijke werkloosheid. Een vijfde van de zzp’ers, ongeveer 220.000 werkenden, heeft een te kleine buffer om meer dan drie maanden zonder opdrachten door te kunnen komen[ii]. Verzeker zzp pleit ervoor dat deze groep tijdelijk verlies van inkomsten kan overbruggen en dat de rechten van alle werkenden in Nederland gelijk worden getrokken.
  2. FIKAis een tool die waardering vanuit de werkgever aan de thuiswerker waarborgt. Thuiswerkers met een middeninkomen ervaren minder vaak dan hoge inkomens goede ondersteuning van hun werkgever om thuis te werken: slechts 40% voelt zich goed ondersteund, terwijl dit bij hoge inkomens 60% is[iii]. Via de FIKA tool worden medewerkers gestimuleerd pauzes te houden met bijbehorende credits voor een koffie bij lokale horeca.
  3. De Niet Woningcorporatiestreeft naar betaalbare huurwoningen. Op dit moment is er een tekort van 100.000 woningen in het middenhuursegment [iv] en het woningtekort voor middengroepen is vier keer groter dan gemiddeld [v]. De Niet Woningcorporatie wil als stichting een nieuw segment op de huurmarkt introduceren: de coöperatieve sector. Zij wil wooncomplexen realiseren en vervolgens de woningen verhuren in het lage middensegment, met huren tussen de liberalisatiegrens (in 2021 is dit € 752,33) en € 800,-.
  4. MomentCheckis een digitale tool die je structureel ondersteunt met het maken van financieel bewuste keuzes. Maar liefst 850.000 middengroep huishoudens hebben onvoldoende spaargeld achter de hand voor belangrijke levensmomenten, zoals achttien jaar worden of scheiden [vi]. MomentCheck haalt financiële stress weg bij deze momenten en wil mensen uit de schuldhulpverlening houden.
  5. De Nieuwe Polderdicht de kloof tussen burgers en bestuurders van de toekomst door beleidsmakers op verschillende manieren nauwer te verbinden met de samenleving. De middengroep voelt zich momenteel niet gehoord door de overheid. Door verschillende externe partners op het gebied van burgerparticipatie en burgerinitiatieven samen te laten werken, zorgt De Nieuwe Polder voor een breed draagvlak.
  6. MBO Talent Trackis een talentontwikkeltraject voor de middengroeper van de toekomst. Een jaarlijks (opleidings)traject waarin iedere mbo’er zich kan ontpoppen tot toptalent voor het Nederlandse vakmanschap. Zo werken ze aan hun vakkennis, hun algemene skills, levenlang-leren strategieën en bouwen ze een netwerk op. Hoogopgeleiden hebben veel mogelijkheden om zich buiten het curriculum te ontwikkelen en te profileren, voor veel mbo’ers is dit nog beperkt.
  7. Zie je mij?is een documentaire bedoeld om de waardering voor essentiële beroepen te verhogen. Veel middengroepers hebben het gevoel dat hun beroep door de samenleving niet genoeg wordt gewaardeerd [vii]. Door de levens van deze mensen expliciet in beeld te brengen wil de DenkTank hen een gezicht en karakter geven. Ze volgen middengroepers in hun werk en privéleven, zodat de kijker zich beter kan verplaatsen in hun belevingswereld.
  8. ZelfstandigBerekendis dé financiële rekentool voor startende ZZP’ers (jaarlijks komen er in Nederland 85.000 ZZP’ers bij) [viii]. Met name ZZP’ers met een midden beroep hebben hun financiën onvoldoende geregeld. Dit komt mede door een gebrek aan kennis en kunde [ix]. Met de tool kan men in één oogopslag zien welk uurloon gevraagd moet worden om financieel op hetzelfde niveau te blijven ten opzichte van een vast dienstverband.

 

Eindrapport ’Het midden weer centraal’

Het rapport ‘Het midden weer centraal’ werd vanmiddag digitaal uitgereikt aan minister Koolmees (ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid), Barbara Baarsma (Directievoorzitter Rabobank Amsterdam) en aan Godfried Engbersen (hoogleraar algemene sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam). Honderden vertegenwoordigers vanuit overheid, wetenschap, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven waren daar digitaal bij aanwezig. Het complete eindrapport is te vinden in de bijlage van deze mail en op www.ndt20.nl. In deze video komen vier mensen uit de middengroep aan het woord over hun beroep. Ook de twintig deelnemers van de Nationale DenkTankers vertellen.

 

Over Stichting de Nationale DenkTank

Stichting de Nationale DenkTank is in 2005 opgericht vanuit het ideaal om een brug te slaan tussen de overheid, de wetenschap en het bedrijfsleven met als doel de Nederlandse samenleving met vernieuwende ideeën vooruit te helpen op actuele knelpunten. De Stichting werkt met de frisse blik van jonge denkers - bijna- en pas-afgestudeerden met uiteenlopende studierichtingen - die bij uitstek geschikt zijn om taaie maatschappelijke vraagstukken van concrete oplossingen te voorzien. Voor meer informatie kijk op https://www.nationale-denktank.nl en op https://www.ndt20.nl.

 

Betrokken partners

De Nationale DenkTank 2020 wordt ondersteund door APG, Rabobank, Gemeente Amsterdam en drie ministeries: het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarnaast werkt de Nationale DenkTank samen met een aantal structurele partners waaronder McKinsey&Company, Kennedy Van der Laan, IJsfontein, het Elise Mathilde Fonds, de KHMW, Andersson Elffers Felix, het VSBfonds, de Issuemakers, Draad, THNK, Stichting W&M, Motivaction, het Europees Instituut De Baak en de universiteiten UvA, VU, Erasmus Universiteit Rotterdam en Universiteit Leiden.

Bron: Nationale DenkTank.

Aftelkalender highlights 2020

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 237}

Al jaren spreekt de hele wereld over ‘disruptie’ over technologie en innovatie in ons vakgebied en daarbuiten. Maar als wij voor onszelf spreken, dan stellen we dat de wereld in 2020 pas écht een lesje ‘howtodisrupt’ heeft gehad. Een jaar geleden leek het nog een ‘ver van je bed show’: een virus dat in China was vrijgekomen datschadelijk bleek voor mensen en het vervolg kennen we maar al te goed. Helaas is het virus nog geen verleden tijd en liggen er nog een paar pittige maanden voor ons in het verschiet. 

Behalve dat het virus veel leed, ongemak en ongezelligheid heeft gebracht, zet het ook tal van ontwikkelingen in een stroomversnelling waarvan nog moet blijken of dit zo blijft. Dit leidt tot de volgende vragen

  • In welke mate is het dempend effect op de globalisering blijvend en zullen de vliegbewegingen in de wereld structureel verlagen?
  • De digitalisering van het consumentismeblijftmaar in welke mate kannibaliseert de digitale verkoop de fysieke retailOok de arbeidsmarkt zal veranderen: de behoeften aan IT- en logistiek medewerkers zal toenemen, zal dit ten koste gaan van winkelbedienden?
  • De functie van kantoor wordt anders: welk deel van onze baan vervullenwe op kantoor en welk deel werken we thuis?Lost het overlast probleemvan overtollig toerisme in Amsterdam zich vanzelf op?
  • En whatabout de klimaatdoelen van Parijs? 

Ook voor ons stond alles even stil in afwachting van wat Covid-19 voor ons zou betekenen. Maar we hebben zeker niet lang stilgezeten! Met de tijd die wij even niet konden besteden aan werk voor onze klanten gingen wij met vereende kracht op zoek naar de ontwikkelingen en impact van corona op verschillende sectoren waarin wij werken.Als eerste bureau in Nederland kwamen wij daarom met het initiatief van de Corona Impact Monitor, ten behoeve van een groot aantal van onze relaties.Over de gehele samenleving zien we een grotere behoefte aan saamhorigheid, zeker in de hoogtijdagen van de crisis. Dit laatste geldt zowel met betrekking tot burgers onderling als tussen bedrijven groot en klein.  
 
Natuurlijk maakten wij ons in het begin even zorgen, maar gelukkig zijn een aantal goede voornemens toch uitgekomen en zijn er ook zeker zaken waar wij anderszins trots op zijn! We delen graag onze top 10 in een ‘aftelkalender’ tot we samen het nieuwe jaar kunnen inluiden. 

Advent Inline 1

Scroll over de deurtjes om erachter te komen waarom deze highlight in de top 10 (in willekeurige volgorde) staat. Klik vervolgens op 'lees meer' om te zien wat er achter zit!

[widgetkit id="3"] 

Laten we vooral niet vergeten dat er perspectief is:de kennis over corona ende komst van het vaccin geven hoop voor 2021. Vanuit globaal perspectief zijn we positief over de verkiezing van Biden en in Nederland zijn wij benieuwd naar de aankomende verkiezingen, waarvan nog op geen enkele wijze helder is wat de uitslag zal zijn. Deze onzekerheid is misschien wel symbolisch voor de situatie waarin we ons begeven. We weten niet wat 2021 ons precies gaat brengen, maar dat er een limiet zit aan de maakbaarheid van de samenleving staat vast. We zullen met een bepaalde mate van onzekerheid moeten leren leven. 

Dat neemt niet weg dat we net als vorig jaar weer een flink aantal goede voornemens en plannen hebben gemaakt voor 2021. Motivaction zal in 2021 in het teken staan van reputatie, jongeren en de arbeidsmarktdeverantwoordelijkheid van merken,onderzoeksdata,diversiteit, verbinding en groei, shoppen en online shoppenbanken en fintech... De mogelijkheden zijn eindeloos! Één ding is zeker: wat wook doen, we willen ditheel graag weer samen met onze klanten, samenwerkingspartners en andere relaties doen! Want vooral in dit verrassende afgelopen jaar hebben we ervaren hoe belangrijk en goed het was dat we weer op elkaar konden rekenen! 
 
Daarvoor zijn we jullie dankbaar: heel graag tot snel in 2021!

Advent Inline 2

 

 

Almere wil weten wat 55-plussers echt belangrijk vinden

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

In het kader van het programma Goud in Almere laat de gemeente Almere in de maanden juni en juli de Monitor Seniorvriendelijke Gemeenten uitvoeren. De monitor moet duidelijk maken wat ouderen in hun woon- en leefomgeving echt belangrijk vinden. Alle inwoners van Almere van 55 jaar en ouder kunnen aan dit onderzoek deelnemen.


 
De monitor is een instrument dat is ontwikkeld door Active Ageing Nederland en het onderzoeksbureau Motivaction. Deelnemende 55-plussers krijgen te maken met vragen die betrekking hebben op het (senioren)beleid van de gemeente. De vragen gaan over (beleids)thema’s als huisvesting, mobiliteit, voorzieningen, gezondheid, beweging, sociale participatie en de wijze waarop de gemeente met ouderen communiceert. De resultaten van de monitor worden vastgelegd in een rapportage, inclusief conclusies en aanbevelingen.

 

In 2020 zijn maar liefst 7,2 miljoen Nederlanders 50 jaar of ouder. Volgens de rijksoverheid is sprake van een demografische transitie die grote invloed heeft op (de inrichting van) de samenleving. De sterke toename van het aantal senioren heeft ook invloed op de beleidsvelden van de gemeente Almere. De resultaten van de monitor kunnen het stadsbestuur helpen bij het maken van de juiste (beleids)keuzes in de toekomst.
 


Inwoners van Almere van 55 jaar en ouder kunnen op eigen initiatief aan de monitor deelnemen via de website van de gemeente: almere.nl/onderzoek. Aanvullend worden straatinterviews met ouderen gehouden. Het is de bedoeling dat de rapportage van de monitor in de maand juli wordt afgerond.

 

Bron: Almere.nl, 03.07.2018

Avondklok tikkende bom voor jongeren

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Open Graph image 1200 x 630:

Om het coronavirus in te dammen overweegt het demissionaire kabinet om een avondklok in te stellen. Alleen het advies van het Outbreak Management Team staat een besluit hierover nog in de weg. Voor veel ouderen roept het beeld van de avondklok herinneringen op aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Wellicht niet rechtstreeks maar dan toch in de verhalen van hun ouders. Jongeren hebben die connotatie natuurlijk veel minder, maar ook voor hen staat de invoering ervan gelijk aan het uitoefenen van een ‘nucleaire optie’. 

Als we de avondklok willen invoeren, dan is het van groot belang dat dit met kennis van zaken over- en met begrip voor het standpunt van jongeren gebeurd. Nu is er nog draagvlak voor, maar het behoud daarvan is van groot belang. Resultaten uit de Corona Impact Monitor die Motivaction voor de vijfde keer sinds maart heeft uitgevoerd, tonen aan dat het vooral jongeren zijn die op dit moment zwaar te lijden hebben van de effecten van de lockdown. Gevoelens van angst, paniek, boosheid en verveling komen significant vaker onder jongeren tot 25 jaar voor, dan onder andere leeftijdsgroepen (zie tabel 1). 

 

Tabel 1

Emoties die men ervaart Jongeren < 25 jaar 26 t/m 35 jaar > 36 jaar
Angst 28% 17% 16%
Paniek 23% 14% 5%
Zorgen hebben 43% 44% 34%
Boosheid 39% 26% 23%
Opstandigheid 21% 20% 16%
Somberheid 45% 33% 15%
Frustratie 57% 46% 35%
Vermoeidheid 46% 45% 23%
Verveling 51% 33% 19%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik zie het niet zitten

Tevens geeft meer dan tweederde (70%) van de jongeren aan dat het leven door corona minder leuk is geworden, tegen ‘slechts’ 49% van de ouderen. Dat jongeren meer moeite hebben met deze tijd blijkt ook uit het feit dat meer dan de helft van hen aangeeft deze tweede lockdown lastiger door te komen dan de lockdown in het voorjaar. Dit resulteert er ook in dat het vooral jongeren zijn, die de avondklok niet zien zitten (zie tabel 2).

 

Tabel 2

Steun voor instellen avondklok jongeren < 25 jaar 26 t/m 35 jaar > 36 jaar

Zeer oneens/oneens                 

47% 42% 33%
Niet eens/niet oneens 13% 15% 28%
Eens/zeer eens 37% 40% 38%
Weet niet/geen mening 4% 3% 1%

 

 

 

 

 

 

Jongeren: minder steun

Bovenstaand gevoel komt ook tot uitdrukking in het gedrag van jongeren. Nog steeds is een overgrote meerderheid van de jongeren bereid om de adviezen van de overheid in de strijd tegen het coronavirus op te volgen, maar dit aantal is wel significant lager dan onder de oudere groepen. Met name als het gaat om het beperken van sociale activiteiten is er onder jongeren veel minder steun dan onder oudere burgers (zie tabel 3).

 

Tabel 3

Steun voor maatregelen jongeren < 25 jaar      26 t/m 35 jaar      > 36 jaar
Sociale contacten beperken 67% 70% 83%
Als ik lichte klachten heb, thuisblijven 58% 68% 68%
Gedrag om corona tegen te gaan      
Ik hou zoveel mogelijk 1,5m afstand           50% 71% 88%
Ook als het druk is, ga ik winkelen 21% 15% 7%

 

 

 

 

 

 

Puberbrein

In een onderzoek dat in het afgelopen jaar onder leiding van hoogleraar neurocognitieve ontwikkelingspsychologie, Eveline Crone van de Erasmus Universiteit, is uitgevoerd, is gewezen op de rol van de ontwikkeling van het puberbrein bij het omgaan met corona. En hier ligt dan ook een taak voor de communicatiebranche. Nog steeds denkt bijna een kwart van de jongeren dat de gevolgen van het coronavirus overdreven worden en ruim een derde denkt weinig kans te lopen op besmetting. Circa 1 op de 6 jongeren geeft daarnaast aan dat ze niet of niet goed weten wat ze moeten doen om het coronavirus in te dammen (onder ouderen is dat 1 op de ca. 9).

Je hoeft dan ook geen helderziende te zijn om te bedenken dat wanneer het gaat om de invoering van een avondklok het met name bovenstaande sentimenten zijn, die de weerstand onder jongeren ertegen zullen voeden. Daarmee kan het handhaven van de avondklok wel eens een opdracht worden waar we ons als samenleving massaal aan dreigen te gaan vertillen.

 

Handelingsperspectief bieden

Het is de moeite waard om een communicatie aanpak te ontwikkelen die specifiek is afgestemd op jongeren en die hen niet alleen weet te bereiken maar ook weet te raken. Een aanpak die jongeren zowel informatie geeft over de gevaren van corona en wat ze ertegen kunnen doen als ook een aanpak die hen helpt om positief naar voren te blijven kijken. Een aanpak die niet alleen informeert maar ook concreet handelingsperspectief biedt. Het draagvlak om samen corona de baas te worden is aanwezig maar niet onveranderbaar en moet blijvend gevoed worden. En daar is meer voor nodig dan een persconferentie van de minister president en een reclamespotje op TV (en waar jongeren toch niet naar kijken). Nederland heeft genoeg communicatie- en gedragsdeskundigen die samen met ervaringsdeskundigen (dat wil zeggen de jongeren zelf) met een creatieve aanpak kunnen komen om dat draagvlak verder te ontwikkelen. Als we willen dat jongeren de corona-aanpak blijven steunen moeten we naar manieren zoeken waar jongeren hoop uit kunnen putten. De toekomst van onze jeugd is te waardevol om deze uitdaging niet met beide handen aan te pakken.

 

Onderzoekscolofon

Deze Corona Impact Monitor is gedurende de tweede lockdown (maand december) in het Stempunt online onderzoekpanel van Motivaction afgenomen. De steekproef bedroeg 538 (n=538) en de resultaten zijn representatief voor de leeftijdsgroepen 18-25, 26-35 en 36-80 op de variabelen geslacht, opleiding en woonplaats. Motivaction stelt de dataset beschikbaar voor verder wetenschappelijk onderzoek.

 

Over de auteur

Pieter Paul Verheggen studeerde psychologie aan de UvA en volgde een MBA opleiding aan BSN. Sinds 2009 is Verheggen algemeen directeur van onderzoekbureau Motivaction. Naast zijn werkzaamheden bij Motivaction was hij 12 jaar voorzitter van de MOA en sinds 2019 is hij voorzitter van de SMA.

  

Besparen op onderzoek? Niet doen!

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

Amsterdam - Onderzoek is juist nu hard nodig om de samenleving te blijven begrijpen, zegt Pieter Paul Verheggen van Motivaction. Niet zozeer om zijn eigen hachje te redden, maar omdat we de consument moeten blijven begrijpen. Juist nu. De COVID-19 maatregelen die door de overheid zijn afgekondigd treffen de marktonderzoeksbranche zwaar. Veel bureaus en onderzoekers hebben te maken met het afzeggen of verschuiven van projecten. Onderzoek staat even niet op het prioriteitenlijstje, zo lijkt het. Cost cutting is het adagium. Maar is het wel zo verstandig om in deze tijden zwaar te bezuinigen op onderzoek en projecten te cancelen?

Voorgaande crises hebben laten zien dat bedrijven en organisaties die vooruitkijken en scenario’s hebben voor hoe zij na de crisis de draad kunnen oppakken, er sneller en beter uit komen dan organisaties die bovenop hun cash gaan zitten en wachten tot de ellende voorbij is.

"In het ontwikkelen van die scenario’s speelt onderzoek een cruciale rol, zeker nu we te maken hebben met een wereldwijde ‘lockdown’ situatie waar niemand nog enige ervaring mee heeft." 

Allereerst ontstaat er een nieuwe werkelijkheid waarin we niet weten hoe consumenten zich zullen gaan gedragen. Voor veel mensen is hun leefwereld in de afgelopen weken drastisch veranderd. Van het leven in hoogconjunctuur is men in minder dan een maand tijd overgestapt naar een economische crisis met alle (baan)onzekerheden en (financiële) zorgen van dien. Daarbij geldt voor een heel leger aan ZZP’ers dat zij nu al aan den lijve ondervinden hoe het is om geen werk meer te hebben en de eindjes aan elkaar te moeten knopen. Resultaten van de Corona Impact Monitor laten zien dat een meerderheid van de consumenten zich grote zorgen maakt. Met behulp van de huidige ervaring en bestaande kennis over consumenten is het op dit moment niet te voorspellen hoe hun economische – en sociale gedrag zich zal ontwikkelen. Gaat men het opgebouwde spaargeld inzetten om de oude levensstijl voort te zetten? Of gaat er door een verschuiving van waarden een heel ander (en duurzamer) soort consumptiepatroon ontstaan?

Op de tweede plaats heeft de lockdown en het feit dat veel winkels ‘op slot’ zijn gegaan een grote verandering in kooppatronen laten zien. Zo heeft het online shoppen in de afgelopen weken een nog grotere vlucht genomen. Maar niet overal; de online reis- en modebranche doen het slecht, terwijl sites voor het bestellen van dagelijkse boodschappen, verzorgingsproducten en thuiswerkspullen (laptops en computerschermen) postbedrijven gouden tijden bezorgen. Het is niet te verwachten dat het online shoppen snel zal terugzakken naar het niveau van vóór de crisis, noch is het goed te voorspellen in welk tempo het zich verder zal ontwikkelen. Een studie van McKinsey toont aan dat 55% van de Chinezen gedurende de lockdown fase zo gewend is geraakt aan het online kopen van hun dagelijkse boodschappen dat men dat ook na de lockdown wilt voortzetten. Nu is Nederland niet met China te vergelijken, maar het is de verwachting dat deze nieuwe kooppatronen ook bij ons blijvende impact hebben op supermarkten en hun toeleveranciers.

Op de derde plaats heeft er in de afgelopen weken onder consumenten een grote verandering in het mediagebruik en de informatievoorziening plaatsgevonden. Het in-home mediagebruik is toegenomen met ruim 30% en dat is tegen de verwachting in niet alleen ten goede gekomen aan digitale media. Vooral print kan na jaren van daling weer rekenen op forse groeicijfers. En ook de ‘traditionele’ TV ziet een toename aan kijkcijfers, vooral voor de informatieve/nieuwsprogramma’s. Hier is wederom niet te voorspellen wat de cijfers zullen zijn als de maatregelen om het coronavirus in te dammen voorbij zijn. 

"Tegen deze achtergrond van verandering is het voor marketeers en beleidsmakers van groot belang dat men gaat begrijpen hoe het consumentengedrag zich ontwikkelt en wat de ‘mechanismes’ achter dit gedrag zijn."

Marketeers moeten onmiddellijk grip krijgen op de motivaties en de beweegredenen achter het gedrag van hun klanten. Hoewel veel bedrijven denken dat ze al een goed ontwikkeld gevoel voor hun ‘markt’ en klanten hebben, zijn de omstandigheden nu zo radicaal anders in vergelijking met een paar maanden geleden dat marketeers en beleidsmakers alles in twijfel moeten trekken waarvan ze eerder dachten dat het waar was.

Het volstaat dan niet om op cijfers uit (door de crisis verouderde) dashboards af te gaan of te denken dat men met social media analyses achterhaalt wat er in de samenleving en onder klanten leeft. Veel (kwantitatieve) data uit dashboards geven geen inzicht in waar het nieuwe gedrag vandaan komt en welke beweegredenen hieraan ten grondslag liggen. Juist die inzichten zijn onder deze ongewone omstandigheden noodzakelijk om het gedrag te kunnen begrijpen en hier impactvol op te kunnen acteren. Analyses van het gebruik van, en sentimenten op, social media geven slechts een inkijkje in het gedrag en de denkwereld van een beperkt deel van de samenleving en van klanten, maar laten een te grote groep buiten beeld (de introverten) die juist nu van groot belang zijn bij het formuleren van een effectief (marketing)beleid.

"Het is cruciaal dat bedrijven en organisaties onderzoek inzetten om zich te laten informeren over actuele ontwikkelingen en de factoren die hiervoor de basis vormen."

Kennis die uit dit onderzoek wordt verkregen is niet alleen van belang voor marketeers en beleidsmakers, maar moet ook beschikbaar zijn voor de directie, in de boardroom bij de CFO en in het hele bedrijf voor iedereen die met klanten en consumenten te maken heeft. Inzichten uit actueel onderzoek zijn na de lockdown voor bedrijven en organisaties onmisbaar om te begrijpen waar zij staan en gaan hen helpen hun beleid en communicatie te kalibreren op de nieuwe realiteit en de nieuwe wereld waarin hun klanten terecht zijn gekomen na COVID-19.

Als er ooit onderzoek nodig is geweest, dan is het nu wel!

Neem voor meer informatie contact op met Pieter Paul Verheggen.

Bron: MarketingTribune, 16.04.2020

Betrouwbare data blijft de basis, heldere inzichten zijn het doel

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 237}

Motivaction heeft met ingang van 1 januari 2020 haar logo een beetje aangepast. Sinds 1984 (!) voeren we als aanvulling op onze naam het onderschrift research and strategy. Daarmee gaven wij aan dat we ons baseren op gedegen onderzoek, en dat we onze relaties helpen bij het formuleren van hun strategie.

In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat de betekenis van onderzoek is veranderd. Hoewel survey onderzoek nog steeds heel belangrijk is, zijn we ook steeds meer non-survey activiteiten gaan verrichten zoals neuroscience, observatie onderzoek en (big) data analytics. Daarmee spelen wij een aanzienlijke rol in het bieden van nieuwe inzichten en innovatieve perspectieven aan onze klanten.

Om dat ook in ons logo tot uitdrukking te brengen hebben we insights and strategy aan de naam Motivaction toegevoegd. Het is maar een kleine verandering, maar er gaat een wereld van nieuwe activiteiten achter schuil! De betrouwbaarheid van de data blijft de basis die je van ons gewend bent.

Wil je meer weten over onze nieuwe data analytics technieken? Neem dan contact op met Pieter Paul Verheggen.

Bijna 1 op de 5 woningen van senioren wordt ongeschikt geacht om te blijven wonen

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 254}

 

Donderdag 6 juli organiseerde Active Ageing het Symposium ‘Lokale seniorenbehoefte in beeld’. Op dit symposium presenteerde onderzoekbureau Motivaction de eerste uitkomsten van het grootschalige benchmark onderzoek naar de woonbeleving van ouderen in Nederland. Dit onderzoek onder ruim 2.500 senioren van 55 jaar en ouder laat zien dat bijna 20% van de ondervraagde senioren de huidige woonsituatie ongeschikt acht om te blijven wonen als men ouder wordt. Daarbij komt dat nog eens een derde van de senioren zich zorgen maakt over de (geschiktheid van de) woonsituatie.

 

 
 

 

Uit nadere analyse van de cijfers blijkt dat het niet de inrichting van de woning is die het wonen op oudere leeftijd (met minder validiteit) onmogelijk maakt; 46% van de ondervraagde senioren geeft aan dat men met aanpassingen aan bijvoorbeeld trap, bad- en/of slaapkamer de woning zelf wel geschikt kan maken.


De factoren die ouderen aanzetten tot verhuizen hebben te maken met de sfeer en infrastructuur van de buurt en wijk waar men woont: slechte bereikbaarheid van voorzieningen, gebrekkig openbaar vervoer en het ontbreken van een veilig gevoel (bijv. door niet werkende straatverlichting) zijn aspecten waardoor senioren hun directe leefomgeving negatief beoordelen en minder geschikt achten om te blijven wonen.

 

Pieter Paul Verheggen, directeur van Motivaction en verantwoordelijk voor het onderzoek: ”Tegen de verwachting in is het niet de inrichting van het huis zelf, maar de beleving van de directe leefomgeving in de buurt en de wijk die ouderen doet overwegen om te gaan verhuizen. Hier hebben vooral lokale bestuurders grote invloed op.


Jacques Allegro, voormalig buitengewoon hoogleraar arbeid & organisatiepsychologie en een initiatiefnemer van de stadsdorpen in Amsterdam, onderstreepte in zijn toespraak het belang van een positieve woonbeleving in de wijk als een van de belangrijkste succesfactoren voor de stadsdorpen.


Die invloed van het lokale bestuur op de woonbeleving van ouderen blijkt ook uit het feit dat veel ouderen aangeven onvoldoende te weten over de mogelijkheden die de gemeente biedt voor zorg aan huis, activiteiten die voor senioren worden georganiseerd en de maatschappelijke hulp voor senioren (bijv. Wmo-voorzieningen). Dit ervaren gebrek aan informatie draagt verder in hoge mate bij aan de ongeschiktheid van de woonomgeving op latere leeftijd.


Het onderzoek laat verder zien dat er grote regionale en lokale verschillen zijn: zo scoren buurten, wijken en gemeentes in noordelijke provincies Friesland en Drenthe significant hoog hoger op aspecten van een veilige en schone leefomgeving. Daarentegen scoren buurten, wijken en gemeentes in de provincies Noord-Brabant en Zeeland juist significant lager op aspecten die te maken hebben met de beschikbaarheid van het openbaar vervoer en de communicatievoorziening door de gemeentes.

 

Over het onderzoek

Motivaction heeft het onderzoek gedaan onderzoek in samenwerking met Active Ageing en AgeWise. In totaal zijn 2.539 senioren van 55 jaar en ouder online ondervraagd in de maand juni 2017. De steekproef en resultaten zijn representatief voor heel Nederland op de aspecten regio, geslacht, opleiding en Mentality-milieu. Gemeentes die willen weten hoe het gesteld is met de woonbeleving in hun eigen omgeving (wijk, buurt) kunnen hun score door middel van lokaal onderzoek laten vergelijken met de uitkomsten van het benchmark onderzoek.
 

 

Bijna 40% van de ouders staat toe dat minderjarig kind alcohol drinkt

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Open Graph image 1200 x 630:

39% van de ouders in Nederland staat toe dat hun minderjarige kinderen alcohol drinken. Ruim een kwart biedt zelf zijn kind wel eens een drankje aan. Tijdens speciale gelegenheden of feestdagen zelfs meerdere glazen. Een grote groep kinderen heeft volgens de ouders al wel eens gedronken voor hun 18e. Bij 25% van de kinderen was dat voordat ze 16 jaar oud waren. Bij tweederde was een volwassene aanwezig toen het kind voor het eerst alcohol gebruikte.

 

NIX18-campagne

Dat blijkt uit een flitspeiling onder ruim duizend ouders met kinderen tussen de 12 en 20 jaar, die onderzoeksbureau Motivaction heeft gehouden in opdracht van de NIX18-campagne. Omdat zij grote invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen worden ouders opgeroepen om hen tijdens de komende kerstdagen en Oud & Nieuw niet zelf het eerste drankje te geven. Staatssecretaris Paul Blokhuis (VWS): “Ik begrijp heel goed dat het voor ouders van 16- en 17-jarigen niet altijd makkelijk is om nee te blijven zeggen tegen alcohol voor de kinderen, zeker als je met de feestdagen met de hele familie een glas drinkt. Maar de wetenschap is er heel duidelijk over: voor hun gezondheid en hun verdere ontwikkeling is het echt beter om dat eerste glas uit te stellen tot ze 18 zijn. Uit deze flitspeiling blijkt dat een meerderheid van de ouders dat ook doet. Ik hoop dat twijfelende ouders zich daar een beetje door gesteund voelen om NIX18 ook nog even vol te houden.”

 

Veel ouders staan alcohol toe

28% heeft zijn minderjarige kind zelf wel eens een glaasje alcohol aangeboden op feestdagen of bij een speciale gelegenheid. Meestal ging het dan om bier, een wijntje of een glas champagne. Bij die groep mocht 44% van de kinderen tijdens die gelegenheden van hun ouders meerdere glazen drinken. Ze vinden dat één drankje geen kwaad kan, dat het traditie is, ze willen hun kind niet buitensluiten of vinden dat het feestelijk is. De meeste ouders (77%) vinden niet dat hun minderjarig kind wel eens te veel alcohol drinkt. Ze leggen de grens bij drie of vier glazen. De meeste ouders geven aan te weten dat alcoholgebruik door jongeren de ontwikkeling van hun hersenen afremt en de kans op problematisch alcoholgebruik op latere leeftijd verhoogt. Een minderheid weet dat het de kans op depressie en psychose en zelfs kanker verhoogt. Uit eerder onderzoek blijkt verder dat jongeren die thuis onder toezicht van hun ouders of verzorgers alcohol mogen drinken, buitenshuis vaker en meer drinken. Kijk voor meer info op de onderstaande link.

www.nix18.nl

 

Bron: Nieuws.nl

Bill Gates cites Glocalities poverty study in annual letter

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 415}

On February 14 the Annual Letter of Bill and Melinda Gates was published. The topic of the letter was the impact of the Bill and Melinda Gates Foundation on improving the world. In the letter Bill Gates cites findings from our Glocalities survey, which reveal that 99% underestimate the progress in the fight against poverty.

 

The letter tells about the enormous progress that has been made in various urgent topics such as reducing childhood deaths, fighting poverty, reducing malnutrition and promoting family planning. But a lot remains to be done. The ambition is to save more lives than were saved in the past. For achieving this, the Bill and Melinda Gates Foundation is ‘’focused on building an ecosystem of partners that shares its genius to improve lives and end disease’’. You can read the annual letter at gatesnotes.com/2017-Annual-Letter.

 

 

 

Towards the end of the letter Bill Gates cites findings from our Glocalities survey, which was published in September 2016 in cooperation with Oxfam International and Global Citizen. The survey reveals that 99% of people around the globe underestimate the progress made in fighting poverty since 1990. In the last 20 years the number of people who are living in extreme poverty has more than halved, one of the greatest achievements in recent human history. However, most people think the opposite is true. The survey provides strategies for engaging frontrunners across the globe in the fight against extreme poverty and raising awareness about the topic. You can download and read the study that was the source of the section on optimism in the Annual Letter at glocalities.com/poverty. You can also read our blog on the background of the publication at esomarfoundation.org/market-research-helps-combat-extreme-poverty/.

 

Download full report

 

 

Boodschappen doen is niet voor iedereen hetzelfde

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 415}
  • Teaser Auteur image 400x400:
  • Open Graph image 1200 x 630:

Online- en offline kopers verschillen van elkaar. Als het gaat om persoonlijkheid, leefstijl, normen, waarden, idealen én winkelmotieven. Het is belangrijk dat retailers hieroog voor hebben – zeker nu de markt steeds competitiever wordt. 

De veelal elektrische bestelbusjes van Albert Heijn, Jumbo en Picnic zijn niet meer uit het straatbeeld weg te denken. Je zou kunnen denken dat ongeveer ieder huishouden in Nederland online bestelt en de boodschappen Iaat thuisbezorgen.Maar de werkelijkheid is weerbarstiger. Het percentage Nederlandse huishoudens dat ‘wel eens’ online boodschappen doet, is gedaald van 29 procent in het najaar van 2020 (het hoogtepunt van de coronapandemie) naar 21 procent in het voorjaar van 2023, zo blijkt uit het onderzoek ‘Online supermarktomzet op waarde geschat’(Supermarkt & Ruimte, voorjaar 2023). Ook het online-marktaandeel van supermarktbestedingen is in dezelfde periode afgenomen: van ruim 5 procent naar 4,6 procent. Dat percentage is overigens nog wel steeds goed voor een interessante omzet van circa 2,1 miljard euro.

Wat is de verklaring voor de daling in online-aankoopgedrag binnen supermarkten? Uiteraard de economisch recessie waar in ieder geval een deel van de huishoudens mee te maken heeft; online boodschappen doen is voor velen te duur of te duur geworden. Maar er is meer aan de hand.


Online-versus offline consument 

Glocalities, de zusterorganisatie van marktonderzoeksbureau Motivaction, heeft in samenwerking met Retail Management Center (RMC), een analyse uitgevoerd op haar database van Europese consumenten. De uitkomsten tonen aan dat de persoonlijkheid, leefstijl en normen en waarden van consumenten die (weleens) online boodschappendoen aanzienlijk verschillen van degenen die dat vooral offline doen. En hoewel er een overlap is in de online- en offline aankoopstrategieën vanveel consumenten, kan het begrijpen van de verschillen tussen online- en offline-shoppers retailers helpen om hun strategieën aan te passen, om zo nog effectiever in te spelen op diverse consumentenvoorkeuren voor de verschillende winkelkanalen.


Offline shoppers: stabiliteit 

Gegevens uit de consumentendatabase vanGlocalitiesIaten zien dat offline- shoppers in Nederland — in vergelijking met online-shoppers — een grotere voorkeur hebben voor stabiliteit endat zij minder geneigd zijn om nieuwetechnologieën te omarmen. 

FP Grafiek 1
Klik
op de afbeelding om te vergroten

Deze aversie tegen verandering draagt bij aan de relatief verminderdeaantrekkingskracht van online-winkelen, met name vanwege het onvermogenom het product aan te raken of te voelen bij het online-winkelen. Deze consumenten neigen ook meer naar traditionele waarden, worden vakeraangetrokken door ‘patriarchale idealen’ (een samenleving waarin mannen een dominante positie bekleden, red.) enzijn veelal ouder dan gemiddeld. Ze vinden voldoening in een langzamer levensritme en te veel technologische vooruitgang, zoals online-winkelen, kanoverweldigend zijn.


‘Eindbedrag & hoeveelheidonduidelijk’

Maar er is meer dat deze groep offline- shoppers van het online boodschappen doen af houdt. Voor vele van hen ishet (te verwachten) eindbedrag of de hoeveelheid bij het doen van de online-boodschappen niet duidelijk. Het eerste heeft te maken met het feit dat supermarkten verschillendebezorg kosten door berekenen aan deklant, afhankelijk van de bezorgwensen (zoals de exactheid van het tijdstip). Daarnaast zijn er producten die kunnen schommelen in gewicht, bijvoorbeeld plakken kaas of vleesproducten. Hierdoor kan de verpakking bij aflevering een paar gram meer of minder van het product bevatten. Dit alles kan ertoe leiden dat wat op de bon staat anders is dan werd verwacht tijdens het bestellen. De meer conservatieve, offline-shopper is hier minder van gediend en dat weerhoudt hem of haar er ook van om de boodschappen online te doen.


Online-shoppers: technologische vooruitgang 

Online-shoppers zijn in tegenstelling tot offline-shoppers meer gericht op het verkennen van nieuwe dingen en technologische vooruitgang. Ze zijn (actief) op zoek nieuwe en innovatieve ervaringen en de mogelijkheden die technologie hen biedt. Dat is een van de redenen waarom online-shoppers eerder geneigd zijn om verandering te omarmen en plezier te hebben in bijvoorbeeld online-winkelen. Een andere belangrijke reden is het gemak van online boodschappen doen.


Nederland versus buurlanden 

De verschillen tussen offline- en online­ shoppers beperken zich overigens niet tot Nederland. Wel is de offline­ shopper in Nederland doorgaans een wat ander type mens/individu dan de offline-shopper in onze buurlanden. HetGlocalities-onderzoeksprogramma, met metingen in meer dan 62 landen wereldwijd, toont bijvoorbeeld aan dat offline-shoppers in Nederland voornamelijk vertegenwoordigd zijn in de groep van de zogeheten 'socializers': mensen die houden van gezelligheid, vrijheid en familiewaarden.

FP Grafiek 2

Klik op de afbeelding om te vergroten

Voor hen is offline-winkelen ook een sociale activiteit die vrienden en familie kan binden. Maar offline­ shoppers in Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kunnen we identificeren als meer 'conservatieven' en 'prestatiegerichten'. Deze individuen waarderen offline-winkelen niet alleen meer omdat het hun traditionele manier van winkelen is - wat belangrijk is voor 'conservatieven' - maar ook omdat het hen een kans biedt om hun status te tonen door het zichtbaar kopen van A-merken en het rondlopen met tassen met A-merknamen. Dit statusaspect is vooral aantrekkelijk voor 'prestatiegerichten'.


'Stem kanalen op elkaar af' 

Veel retailers hebben naast hun fysieke winkels ook een online kanaal. Zij bedienen daarmee klanten die verschillende winkelervaringen verkiezen. Opvallend is dat retailers het online kanaal daarbij veelal gebruiken als verlengstuk en 'etalage' van de winkel, waarbij de basis voor hun online­ en offline-marketingactiviteiten bijna hetzelfde is. Maar deGlocalities-data laten zien dat het zin heeft om in te spelen op de verschillende kenmerken en voorkeuren van online- en offline­ shoppers. Kennis hierover is essentieel voor retailer. Dit om betrokkenheid te stimuleren enlangetermijnrelaties te bevorderen met zowel offline- als online gerichte klanten, in zowel de 'fysieke' als de digitale wereld. Retailers die weten in te spelen op de sterke kanten van beide kanalen hebben de grootste kans op succes. Supermarkten die er niet in slagen om beide kanalen op elkaar af te stemmen en aan te laten sluiten op de behoeften van de diverse consumentengroepen, lopen het risico om achter te blijven in een steeds competitievere markt.

Bron: FPWORK

Commercieel Nederland is somber over groei en laat kansen liggen!

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 246}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

In de troonrede van begin september was Koning Willem-Alexander positief over het Nederlandse Bedrijfsleven. Alleen ziet commercieel Nederland dit anders. Motivaction en Sales Management Association deden hier onderzoek naar. Dit zijn de belangrijkste bevindingen.

 

Geen vlag volgens commercieel Nederland

Deze halleluja-stemming staat matcht niet met de verwachtingen van commercieel Nederland. Als je salesmanagers ernaar vraagt, zijn zij veel minder positief over de groei van de Nederlandse economie.  De Koning heeft het over groei, maar salesmanagers verwachten vooral dat deze groei tot stilstand komt. Met name de verkopen van nieuwe producten en diensten zal in de komende 12 maanden niet verder toenemen. Dit is te zien in de Sales Management Association (SMA) Sales Index van zomer 2018.

Motivaction ondervroeg in opdracht van de Sales Management Association ruim 300 salesprofessionals over de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sales.  Als je de SMA Sales Index vergelijkt met 2 jaar geleden, en hierbij rekening houdt met de ontwikkelingen van 2016-2018, dan staat de index nu op 95,2. Hij is ooit op 100 begonnen.

 

Gebrek aan capaciteit remt verkoop en kennis van salesprofessionals onderbenut

Bijna 1 op de 10 salesprofessionals (om precies te zijn 8%) is minder positief dan een half jaar geleden. Dit lijkt vooral te komen door de afname van de verkoop van nieuwe producten en diensten en de afname van verkoop aan nieuwe klanten (-4%). Volgens Eiso Bleeker, Directeur van de SMA is de stagnatie van de verkoop aan nieuwe klanten onder meer te wijten aan een gebrek aan capaciteit. “Ik hoor onze salesprofessionals steeds vaker zeggen dat er ook bij hen een tekort is aan mensen die de opdrachten moeten uitvoeren, met name in de ICT, bouw en techniek. Onze leden moeten daarom steeds selectiever zijn in de opdrachten die ze aannemen, omdat ze anders het risico lopen dat zij bestaande klanten teleur moeten stellen.”

Maar er lijkt meer aan de hand te zijn. 66% van de salesprofessionals in de SMA Sales Index geeft aan dat hun salesafdeling meer betrokken moet worden bij interne bedrijfsprocessen, zoals productontwikkeling, wil hun bedrijf verder kunnen groeien. Toch geeft ook 43% aan dat zij hier niet (voldoende) bij worden betrokken. Er lopen dus binnen bedrijven salesmedewerkers rond met ideeën om de onderneming te laten groeien, maar een groot deel wordt niet gehoord. Terwijl salesprofessionals juist de ‘ogen en oren’ van de organisatie in de markt kunnen zijn, omdat zij heel veel contact met klanten hebben. De kennis van deze groep medewerkers wordt dus niet voldoende benut en hiermee laat de onderneming marktkansen liggen!  

 

Gebruik salesprofessionals om te starten met klantgericht ondernemen

De SMA Sales Index laat zien dat ondernemingen er goed aan doen om geregeld met hun salesprofessionals om de tafel te gaan zitten en hen te betrekken bij interne processen zoals New Product Development. De veel gehoorde term ‘klantgericht ondernemen’ begin

Met met het bij elkaar zetten van groep salesprofessionals en te luisteren naar wat zij te vertellen hebben over de behoeftes van hun klanten kunnen ondernemers heel makkelijk starten met meer klantgericht ondernemen. De inzichten die hieruit komen kunnen de sales een boost geven. En als dat gebeurd hangen ook de salesprofessionals de vlag weer uit.

 

De SMA Sales Index

De SMA Sales Index is een samenwerking tussen de Sales Management Association en onderzoeksbureau Motivaction. Het bestaat uit een onderzoek dat ieder half jaar wordt herhaald. Dit onderzoek geeft inzicht in de verwachtingen van de Nederlandse salesprofessionals met betrekking tot de ontwikkeling van de verkopen en de Nederlandse economie. Voor deze meting zijn 320 Salesmanagers ondervraagd in de zomer 2018.

 

Bron: MKB Servicedesk, 05.10.2018

Data en veiligheid

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 237}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Teaser Auteur image 400x400:

Onlangs is bekend geworden dat enkele onderzoeksbureaus in Nederland getroffen zijn door een cyberaanval bij hun IT-leverancier Nebu. Bij deze aanval zijn persoonsgegevens van opdrachtgevers zoals NS en VodafoneZiggo buit gemaakt. De Autoriteit Persoonsgegevens is op de hoogte en onderzoekt de zaak.

Wij willen benadrukken dat wij voor onze vragenlijsten een in-house ontwikkelde onderzoekssoftware gebruiken. Deze wordt in Nederland gehost op hardware die eigendom is van Motivaction. Motivaction maakt dus op geen enkele manier gebruik van Nebu als IT-leverancier en onze data zijn niet getroffen. Jouw data zijn niet in gevaar.

Binnen Motivaction is veel aandacht voor IT-Security en databeveiliging. Naar aanleiding van bovenstaand datalek hebben wij onze systemen buiten de reguliere checks uitvoerig gecheckt en laten checken met een pentest. Hierbij zijn geen onregelmatigheden aangetroffen. De onderzoeksdata zijn bij Motivaction in veilige handen en wij blijven onze systemen hierop continu verbeteren.

Mocht je vragen hebben, dan zijn wij te allen tijde bereid deze te beantwoorden.

De burger wil weten wat zorg kost

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

De zorgkosten nemen drastisch toe. Met z'n allen moeten we ervoor zorgen dat deze kosten behapbaar blijven en dan is het vreemd dat je als patiënt niet mag weten welke kosten ermee gemoeid zijn.

 

In de beleving van de burger is dat ook niet logisch. Als je je fiets naar de fietsenmaker brengt wil je toch ook eerst weten wat de reparatie gaat kosten. Waarom zou dat in de zorg anders zijn? Als 'zorgconsumenten' inzicht krijgen in de kosten van hun behandeling kan dat gewenste invloed hebben op zorggebruik.


Gebrekkig geïnformeerd

De burger wordt bij het debat over de kosten van de zorg niet betrokken. Daar waar er sprake is van een overdosis aan informatie als het gaat om de kosten van de maandelijkse verzekeringspremie, wordt hij zeer gebrekkig geïnformeerd over de kosten die de bezoekjes aan de dokter, de verrichtingen in het ziekenhuis of de medicijnen kosten. En daarmee is de kostendiscussie een verhaal geworden dat vooral over de hoofden van de burgers heen gaat in plaats van een gesprek mét burgers. Hier lijkt de zorgsector een kans te laten liggen.


Uit een grootschalig onderzoek dat in de afgelopen maanden door Motivaction in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid is uitgevoerd blijkt dat 80 procent van de patiënten graag wil weten wat de kosten voor zorg zijn. Slechts 5 procent zegt hier helemaal niet mee bezig te zijn. Het maakt de meeste patiënten daarbij niet uit of ze de zorg wel of niet zelf moeten betalen, zij willen hoe dan ook weten hoeveel een medische ingreep heeft gekost.


Schroefje

Een treffend voorbeeld hiervan was onlangs in het NRC te lezen. Mevrouw Ten Bokkel Huinink kreeg voor de bevestiging van een zogeheten 'botverankerd gehoorapparaat' bij uitzondering de rekening van haar behandeling onder ogen. En ze schrok van de €16.943,36 die het schroefje (want meer was het niet) moest kosten. Ze houdt er, zoals ze zelf zegt, een schuldgevoel aan over: "Als ik van te voren had geweten dat het zo duur was, weet ik niet of ik het had laten doen."


Dit voorbeeld toont aan dat transparantie over de kosten die medische ingrepen met zich mee brengen, consumenten aan het denken kan zetten over de ingreep. Daarbij gaat het hier niet om de vraag of de ingreep noodzakelijk was of niet. Daar gaat de arts over. Het gaat wel over bewustwording die een zorgvuldiger gebruik van de zorg kan stimuleren. Ook minister Schippers (Zorg, VVD) is van mening geworden dat de consument hierin betrokken moet worden en gaat via de toezichthouder afdwingen dat alle tarieven in de zorg openbaar worden. Dat heeft zij onlangs in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.

 

De patiënt eerst informeren

Steun voor het beter informeren komt ook van de hand van de zojuist aangestelde hoogleraar Organization and Financing in the Healthcare Sector aan de Economische faculteit van de Universiteit van Tilburg. Gedurende zijn inauguratie stelde prof. Mikkers dat de gezondheidszorg verder verbeterd kan worden als consumenten meer inzicht hebben in de kwaliteit van de geleverde zorg. Door geen zicht te hebben op kosten en kwaliteit van de geleverde zorg, zou het voor burgers onmogelijk zijn om (goede) keuzes te maken. En daarmee houden consumenten ongemerkt en ongewild het dure zorgsysteem in stand.


Het is niet in het belang van de samenleving om deze financiële informatie bij de consument weg te houden. Juist door transparante informatie te leveren over zowel de kosten als de kwaliteit van geleverde zorg zijn burgers in staat daadwerkelijk keuzes maken en zo de aanbieders van de zorg stimuleren om tegen marktconforme tarieven goede zorg te leveren.


Op basis van veel sociaal wetenschappelijk onderzoek is bekend dat het leveren van informatie gedragsveranderingen onder burgers kan stimuleren. Het wordt tijd dat deze kennis ook in de zorg wordt ingezet.

 

Bron: Skipr, 02.12.2016
 

De do's en don'ts als je het met rechtse kiezers over klimaatverandering wil hebben

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

‘Klimaat is niet links of rechts’, is de leuze van een campagne die nu loopt om Nederlandse stemmers te bereiken. Maar aan de rechterkant is het lastiger kiezers te raken met boodschappen over klimaatverandering dan ter linkerzijde. Advies van Britse onderzoekers: gebruik andere taal.


Op naar een groene samenleving. Ga op de eco-toer. Samen kunnen we de planeet redden.’ Dit klinkt als een onschuldige, optimistische boodschap. Maar wie iedereen mee wil krijgen in de strijd tegen klimaatverandering en vervuiling kan deze woorden beter niet gebruiken. Het is taal die burgers met een politieke voorkeur rechts van het midden afschrikt. Het bericht komt bij hen niet aan, wekt juist ergernis.

 

Hoe dit deel van de bevolking wel te bereiken is een steeds prangender probleem, constateren Britse onderzoekers en dat speelt niet alleen in hun eigen land. Regeringen hebben ruim een jaar geleden in Parijs getekend voor vergaande vermindering van de CO2-uitstoot in een ‘historisch’ klimaatakkoord. Inmiddels regeert echter de realiteit van het stemhokje. Populistische en rechtse partijen die weinig op hebben met het onderwerp of ronduit sceptisch zijn over klimaatonderzoek zijn overal in Europa in opkomst. Lastig, want de maatregelen en wetgeving die nodig zijn om de Parijse doelen te bereiken zijn zo ingrijpend, dat brede steun van de bevolking, langs alle politieke lijnen, noodzakelijk is.

 

De vraag is dus wat te vertellen. Climate Outreach, een onafhankelijk Brits instituut voor communicatie over klimaatverandering, sprak met twee groepen rechtse kiezers en haalde daar do’s en don’ts uit. Milieujargon spreekt deze groep dus niet aan. Spreek niet van ‘revolutie’, ‘snelle verandering’ of de geldhonger van de olie-industrie. Heb het ook niet over de veelbelovende technologieën voor schone energie en hoge winsten uit duurzaam zakendoen. Het zijn vergezichten die al snel het stempel ‘te optimistisch’ krijgen.

 

Geleidelijkheid en trots

Om de rechts-conservatieve groepen te betrekken bij het broeikasprobleem, is het volgens Climate Outreach beter dicht bij huis te blijven. Vertel persoonlijke verhalen, wees eerlijk en authentiek, benadruk continuïteit, leg uit dat veranderingen geleidelijk gaan, heb respect voor tradities en haak aan bij trots over het nationale landschap.

 

De Universiteit van Cardiff heeft er preciezer - en wetenschappelijk verantwoord - onderzoek naar gedaan en dat onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Global Environmental Change. Het is het eerste Europese onderzoek in z’n soort. Groepen kiezers aan de rechtse, conservatieve kant kregen vier verschillende stukken tekst voorgelegd. Korte stukjes met uitleg over klimaatverandering en het mogelijke beleid om dat tegen te gaan. Daar gingen ze vervolgens over discussiëren.

De beste ontvangst kreeg de verhaallijn ‘Verspilling vermijden is een kwestie van gezond verstand’. Het is een pragmatische benadering die aansluit bij verantwoordelijkheidsgevoel. Samengevat: je leert je kinderen dat ze geen eten moeten weggooien, het licht uit te doen als je de kamer verlaat. Het is heel fijn in een buurt zonder afval te wonen. Miljoenen van ons wonen in tochtige, vochtige woningen. Huizen isoleren zorgt ervoor dat je comfortabeler woont, daar gaat efficiënt omgaan met energie over. Deze invalshoek bleek het beste aan te sluiten bij conservatieve waarden zoals zuinigheid, verantwoordelijkheid voor volgende generaties en respect voor de aardse hulpbronnen.

 

Het appèl op ‘Gezondheid en kwaliteit van leven’, kwam minder overtuigend over. Het schetst dat hernieuwbare energie lucht en water schoner maakt en haalt de Britse artsenorganisatie aan dat klimaatverandering slecht is voor de gezondheid. Iedere winter zouden 10.000 Britten eerder doodgaan doordat ze in te koude woningen leven. En de overstromingen in de winter van 2013/2014 vernietigde huizen van mensen die daar hun hele leven hard voor gewerkt hadden.

 

Hoewel het lijkt dat dit verhaal goed aansluit bij het persoonlijke leven, oogstte het toch wantrouwen. De ouderen reageerden sceptisch op de claim van schonere lucht: vroeger was het veel erger. Ook de ‘zielige’ passage over de ouderen in slechte huizen kwam niet aan. “Praten over mensen die beter af zouden moeten zijn, is typisch linkse taal”, zei een van de deelnemers. Bovendien kwam in de bespreking van dit verhaal de algehele argwaan jegens statistiek en instituties naar boven. Tienduizend doden, wie zegt dat het klopt? Ook de Britse artsenorganisatie werd niet zonder meer geloofd als onafhankelijke bron: die zal ook wel politieke motieven hebben. Ergernis was er verder over het mengen van sociale kwesties - mensen in gammele huizen - met milieu- en klimaatissues.

Lokaal landschap

Het derde verhaal heeft Great British Energy, geweldige energie van eigen bodem, als uitgangspunt. Ruggegraat in deze tekst is de lokale democratie: veranderingen in de energievoorziening moeten de steun hebben van de plaatselijke bevolking. Niemand woont graag naast een windmolen, maar ook niet naast een boorput voor schaliegas. We moeten het landschap behouden voor onze kinderen en kleinkinderen. In de loop der tijd hebben we de rivieren schoongemaakt en de bossen beschermd, maar klimaatverandering kan nog veel grotere gevaren met zich mee brengen. We moeten leren van landen als Duitsland. Technologieën voor schone energie kunnen duizenden banen opleveren.

 

Het kernidee in deze tekst, dat burgers zelf een grote stem zouden moeten hebben, sloeg aan bij de rechts-conservatieve kiezers. Maar ze konden zich toch niet voorstellen dat de nationale overheid helemaal geen rol meer zou hebben. De tegenstelling windmolen-boorput werd ronduit verworpen als onecht. Sommigen zouden liever naast een boorput wonen.

 

Als laatste kregen de deelnemers een optimistisch economisch verhaal voorgelegd. Slim geld: het gaat niet langer over de ‘alternatieven’ zon en wind, die geven nu de toon aan. Investeringen daarin zijn geëxplodeerd, er komt meer capaciteit aan hernieuwbare energie bij dan aan kolen, olie en gas. De groene economie levert op de lange termijn veel baten op voor iedereen. Die toekomst is al begonnen, zie het duurzame beleid van bedrijven als Ikea en Unilever.

 

Hoewel buitengewoon zonnig verteld, scoorde deze tekst in het onderzoek het slechtst. Er klonken veel twijfels aan de motieven van ‘big business’. Duurzaam zakendoen oké, maar hoe oprecht zijn die met name genoemde bedrijven werkelijk? Gaat het niet meer om imago en winsten? ‘Slim geld’ associeerden de deelnemers niet met hun eigen situatie. Dat zal er wel op uitdraaien dat sommigen er veel geld aan verdienen en de gewone man meer moet betalen, was de teneur in de gesprekken. Net als bij de tekst over gezondheid werden de genoemde cijfers - duizenden banen - betwijfeld. Automatisch dachten ze dat die getallen uit onbetrouwbare bron zouden komen, zoals een zonnepanelenbedrijf of een milieuorganisatie. In werkelijkheid kwamen ze van een prominente Britse conservatief maar dat hadden de onderzoekers er expres niet bij verteld.

 

Nu leveren dit soort tests in kleine gespreksgroepen waardevolle informatie op, het is lastig er iets uit af te leiden voor grote groepen kiezers. Ook een beoordeling door ruim tweeduizend mensen liet een voorkeur zien voor ‘Verspilling’ en ‘Great British Energy’ ter rechterzijde. Wat de onderzoekers in dit grotere, kwantitatieve onderzoek opviel is de brede, bijna allergische reactie op iedere directe verwijzing naar het klimaatprobleem. Dat betekent nog fikse uitdagingen voor de communicatie over klimaatverandering.

 

Scepsis in nederland

Onderzoek als dat van de Universiteit in Cardiff is er in Nederland niet. De meest verse informatie over de houding van de Nederlandse burger tegenover het klimaatprobleem is te vinden in de laatste Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), twee maanden geleden gepubliceerd. ‘Natuur en milieu’ definiëren de meeste Nederlanders niet als probleem, het onderwerp eindigt in de achterhoede van urgente vraagstukken, behalve bij de aanhang van GroenLinks.

Scepsis en wantrouwen leven in Nederland ook. Zo vindt minder dan de helft van de bevolking dat overtuigend is aangetoond dat het gebruik van fossiele brandstoffen grote invloed heeft op het klimaat. Ook is, net als in Groot-Brittannië, brede twijfel aan de geloofwaardigheid. Gevraagd naar ‘vertrouwen in instanties voor informatie over (duurzame) energie en de energietransitie’, geeft maar liefst 55 procent ministeries en andere overheden een onvoldoende. Wetenschappers doen het beter: twee derde van de ondervraagden heeft (enigszins) vertrouwen in hen. Energiebedrijven wekken veel meer argwaan. Meer dan de helft heeft daar weinig of helemaal geen vertrouwen in.

 

Onderzoeksbureau Motivaction publiceerde in 2013 ‘Vijf tinten groen, een brede verkenning naar de waarden van verschillende groepen Nederlanders en de manier waarop zij duurzaamheid ervaren’. Vijf groepen onderscheidt Motivaction, die op een verschillende manier benaderd zouden moeten worden om ze tot duurzaam consumeren te bewegen: plichtsgetrouwen, structuurzoekers, statusbewusten, verantwoordelijken en ontplooiers.

 

Zo voelen de ‘plichtsgetrouwen’ zich eerder aangesproken door een simpele boodschap die aansluit bij hun eigen leefomgeving en zijn de ‘structuurzoekers’ slechts met lage kosten te bewegen duurzame keuzes te maken.

 

Bron: Trouw, 09.03.2017

De ITeX Monitor door Motivaction & DEI

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 134}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Teaser Auteur image 400x400:
  • Open Graph image 1200 x 630:
  • Formulier:

    Neem contact op voor meer informatie over de ITeX Monitor

Motivaction heeft de marktbrede IT Experience (ITX) monitor van het failliete bureau Giarte overgenomen. Met deze overname zorgt Motivaction dat belangrijke marktinformatie beschikbaar blijft voor uitbesteders van grote ICT-projecten. Motivaction gaat hierbij samenwerken met hetDigitalEcosystems Institute (DEI), waarmee wij onze positie in de markt voor ICT-onderzoek en consultancy verder versterken. 


Wat is het doel van de IT ecosystems Xperience (ITeX) Monitor? 

De studie wil voorzien in de grote informatiebehoefte aan zowel de vraag- als aanbodzijde van de markt voor IT-uitbesteding. Het uiteindelijke doel daarbij is te laten zien waar IT-bedrijven goed in zijn en ze te voorzien van inzichten om beter te kunnen samenwerken met hun klanten. Transparantie in de markt is daarvoor essentieel, deze studie draagt daar aan bij. De toegevoegde waarde van ITeX Monitor (voorheen bekend als ITX Monitor en Outsourcing Performance) is de focus op de Nederlandse markt en de unieke terugkoppeling. 
 

Wie doen er mee? 

Jaarlijks participeren ruim 40 vooraanstaande IT-bedrijven in de ITeX Monitor en delen ruim 800 organisaties hun IT-ervaringen. Deelnemers zijn CEO’s, CIO’s, CTO’s, CPO’s, COO’s, CFO’s, CISO’s, outsourcing VP’s, IT-managers en vendor-managers.

 

Waarom als IT-bedrijf participeren in de ITeX Monitor?

  1. Vergroot je inzicht in klantbeleving en kansen. De onderzoeksresultaten helpen je bedrijf bij het verbeteren van IT-dienstverlening en het vergroten van je onderscheidend vermogen.
  1. Versterk je zichtbaarheid in de markt. De resultaten uit ITeX Monitor zijn al jarenlang een leidraad voor de boardrooms van de top van de BV Nederland. Door deelname aan ITeX kom je sneller op de radar van prospects. Organisaties die meedoen aan ITeX laten zien dat zij zich kwetsbaar durven op te stellen, transparant zijn over klantbeleving en willen leren van feedback.
  1. Toon je klanten dat je continue wil verbeteren en open staat voor dialoog. De onderzoeksresultaten zijn een verifieerbare en openbare review van de performance die uitbesteder en IT-bedrijf handvatten biedt om met elkaar in gesprek te gaan over verbeterpunten.
  1. Doe inspiratie op voor je strategie en positionering. De ITeX Monitor is de bron voor zelfreflectie en levert praktische inzichten en inspiratie met betrekking tot klantbeleving. Met presentaties en workshops die voortborduren op onderzoeksresultaten, geven Motivaction en DEI antwoord op essentiële vragen. Wat speelt er in de markt? Welke uitdagingen zijn er? Hoe gaan andere organisaties hier mee om? Deze inzichten zorgen voor een nog scherpere focus voor je bedrijf.

 
Welke mogelijkheden zijn er om te participeren in de ITeX Monitor? 

Er zijn drie participatie-opties om deel te nemen aan de ITeX Monitor: 

BRONS: Uitkomsten jouw IT-bedrijf in ITeX Monitor-dashboard en ontvangst jaarboek. 
ZILVER: BRONS aangevuld met klantinterviews en presentatie op locatie. 
GOUD: ZILVER aangevuld met extra klantinterviews, logopartner en case tijdens jaarcongres en deelname aan de werkgroep DESF 2024. 
 
Voor meer informatie over deze participatie-opties; kijk dan op de website van het Digital Ecosystems Institute (DEI).

Voor meer informatie over de opzet van het ITeX Monitor-onderzoek kun je contact opnemen met Kevin Hengstz.

De pandemie voorbij – drie bureaus over inzicht en de toekomst

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

Daily Data Bytes vroeg bureaudirecties om terug te blikken op het afgelopen jaar, maar vooral ook vooruit te kijken. Wat is er geleerd en nemen we mee, en wat kunnen we de komende jaren verwachten? In een korte serie komen telkens drie bureaus aan het woord die antwoord gaven op drie vragen. Vandaag: Motivaction, Haystack Consulting en Miles Research.

 

Pieter Paul Verheggen, algemeen directeur Motivaction

Wat is het belangrijkste inzicht dat je in de pandemietijd hebt opgedaan als het gaat om het vak?

  • In deze tijd van onzekerheid is het belang van (goed) onderzoek en (praktische) insights toegenomen: tal van bedrijven en organisaties (zowel profit als non-profit) gebruiken onderzoeksresultaten als baken om die onzekerheid te verkleinen en de volatiele wereld enigszins te kunnen te begrijpen en erop te anticiperen;
  • Het belang van betrouwbare onderzoekresultaten is enorm toegenomen; onderzoekers kunnen meerwaarde leveren door de betekenis van onderzoeksuitkomsten in het juiste perspectief te zetten;
  • Daarbij hoort dat onderzoek meer inclusief moet worden; er moet meer moeite gedaan worden om ook lastig bereikbare consumentengroepen een stem te geven in onderzoek.

 

Zijn er bij jullie zaken blijvend veranderd? 

  • Mede door corona is er een enorme groei in digitalisering van veel industrieën en navenante groei van e-commerce in veel sectoren. Als gevolg hiervan is het belang van data, machine learning, analytics- en UX-vraagstukken ook toegenomen;
  • Door corona heeft het hybride- en digitaal werken zowel intern als in de samenwerking met klanten een enorme vlucht genomen. De opdrachtgever-onderzoekbureau-relatie is daardoor meer een evenwichtige relatie tussen partners geworden;
  • Meer en meer beseffen bedrijven dat zij een verantwoordelijkheid hebben in het leveren van een bijdrage aan (grote) maatschappelijke thema’s. Value based branding en de zoektocht naar de ‘purpose’ van ondernemingen is hier een logisch gevolg van. Onderzoek helpt bedrijven om hierin juiste keuzes te maken.

 

Welke trends zullen het vak bepalen in de komende twee jaren?

  • Voor effectieve marketing en communicatie is in toenemende mate kennis nodig over drijfveren en motivaties van consumenten alsook van onbewuste- en onderbewuste (hersen)processen. Daarvoor is de inzet van effectief motivationeel- en neuro-onderzoek onmisbaar;
  • Consumenten zijn zich steeds meer bewust van het feit dat hun persoonlijke data van groot belang zijn voor organisaties (marketeers). De onderzoekbranche doet er goed aan om AVG-richtlijnen en privacywetgeving te volgen en consumenten te ondersteunen bij het maken van de juiste keuzes als het gaat om het delen van persoonlijke data;
  • Hierbij zullen onderzoekers nieuwe beloningsvormen moeten ontwikkelen om consumenten en burgers te betrekken bij onderzoek;
  • De pandemie laat zien dat maatschappelijke ontwikkelingen direct en van grote invloed zijn op consumentengedrag; de strenge scheidslijn tussen maatschappelijk onderzoek en praktisch toepasbaar onderzoek gaat nog verder verdwijnen. 

 

Bron: Dailydatabytes.nl

Deelnemen aan onderzoek Vertrouwen in de journalistiek 2024

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 242}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Teaser Auteur image 400x400:
  • Open Graph image 1200 x 630:

Hoe staat het met het vertrouwen in de journalistiek in Nederland?

Het vertrouwen van Nederlandse nieuwsconsumenten in journalistiek staat onder druk.UiteerderonderzoekvanMotivactionbleek dathetvertrouwenvan Nederlandersin het nieuwsdaalt.We identificeerden twee groepen nieuwsconsumenten: een kleine meerderheid heeft vertrouwen, terwijl een groeiende groep geen vertrouwen heeft in het nieuws dat ze consumeren.Ook zagen we duidelijke verschillen in het vertrouwentussennieuwsbronnen en presentatoren.Zet deze trend door in 2024?

Participeer in dit onderzoek: wat is het vertrouwen in de journalistiek binnen jouw doelgroep?

Werk je bij een journalistieke organisatie of is dit onderzoek om een andere reden relevant voor je, dan is dit een interessante mogelijkheid voor je om tegen lage kosten eigen vragen mee te laten lopen met ons onderzoek.

Meld je aan voor participatie aan ons onderzoek Vertrouwen in de journalistiek 2024. Je krijgt hierbij: 

  • Als eerste inzicht in de resultaten;
  • De mogelijkheid ommet eigen exclusieve vragen te participeren in het nieuwe onderzoek. Hierdoor zie je bijvoorbeeld hoeveel vertrouwen jouw doelgroep heeft in alle voorgelegde vormen van journalistiek.

Meer over het onderzoek

Dit onderzoek meet het vertrouwen in de journalistiek onder een representatieve steekproef van personen 18-80 jaar. Naast het algemene vertrouwen richten we ons specifiek op het vertrouwen in verschillende:

  • kanalen zoals radio, tv, print, social media, apps en websites;
  • websites, apps, dagbladen, radio- en tv-zenders zoals NU-nl, De Volkskrant , De Telegraaf, BNR Nieuwsradio, CNN en BBC;
  • nieuwsprogramma’s zoals het 8 uur Journaal, RTL Nieuws, Nieuwsuur, OP1 en het NOS Radio1Journaal;
  • presentatoren en journalisten.

Dit jaar besteden we ook extra aandacht aan het vertrouwen in het nieuws rondom de verkiezingen, de kabinetsformatie, de oorlog in Oekraïne en onder specifieke groepen als biculturele Nederlanders, GenZ/Millennials en de Zilveren Generatie (Babyboomers en ouder).

Planning

Het onderzoek start begin april en het rapportis voor de zomer beschikbaar

Interesse?

Inschrijving voor 'Vertrouwen in de journalistiek' is gesloten. 

Diversiteit en inclusie op de werkvloer: Motivaction tekent Charter Diversiteit

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 240}
  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}
  • Open Graph image 1200 x 630:

Voor Motivaction krijgt de diversiteit van de Nederlandse samenleving niet alleen aandacht in haar onderzoeken maar ook op de werkvloer. Daarom heeft Pieter Paul Verheggen, algemeen directeur van Motivaction, 18 november het Charter Diversiteit ondertekend. Hiermee zet het bureau extra kracht bij haar ambitie om zich als bedrijf hard te maken voor een divers medewerkersbestand en een inclusieve werkvloer.

Duurzaam ondernemen: van moeten naar marketing

  • Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module: {loadmoduleid 269}

Zijn de ketels van uw organisatie HR? Is er voldoende isolatie en is de verlichting zuinig? Andere zaken binnen een bedrijf hebben vaak meer prioriteit. Maar afgelopen mei kondigde het ministerie van Infrastructuur en Milieu aan dat men de handhaving van Wet milieubeheer serieus gaat aanpakken, omdat het uit eigen beweging niet opschiet. Is dwang de enige vorm van gedragsbeïnvloeding die de overheid kan inzetten om duurzaam beleid te stimuleren? De Omgevingsdiensten die wij gesproken hebben willen ook wel voorlichten en faciliteren, maar ze zijn nog op zoek naar de juiste vorm.


Voor de Stichting Natuur & Milieu deed Motivaction onderzoek onder mkb-directies naar kansen voor energiebesparing. In de eerste plaats viel het op dat veel mkb’ers er wel voor openstaan om zuiniger met energie om te gaan. Van de bedrijven zegt 44 procent de maatregelen wel te willen invoeren, ongeveer 20 procent twijfelt. De wil om te veranderen is er zeker, maar het gebeurt niet. Wat blokkeert of stimuleert die ondernemers om de daad bij het woord te laten voegen?

 

Sales en b2b-marketing

Ten eerste: in de waan van de dag is energiebesparing niet urgent op de agenda van de manager. Het is meestal een kleine kostenpost vergeleken met de kosten van verkoop, personeel, huur van panden, enzovoorts. Het blijkt dat velen gewoon niet weten wat ze concreet moeten doen en zelfs niet wie hen daarbij kan helpen. De kunst is om dit issue te verbinden met iets dat wel hoog op de agenda staat: marketing en verkoop.

 

Duurzaamheid als USP

Kan duurzaamheid een verkoop-USP worden? Dit verschilt natuurlijk per branche, maar ja: bij veel klanten krijg je een beter imago als je zichtbaar en geloofwaardig meewerkt aan een schonere wereld. En daar kun je als (b2b-)marketeer zeker aan bijdragen. Ik zag laatst bij de BP-broodjesshops in hun tankstations dat ze Rondeeleieren gebruiken, met een hoge BeterLeven-score. Dit werd zichtbaar uitgedragen in de winkel: Rondeel helpt in de marketing. Betalen consumenten daar extra voor? Dit wisselt: bij een groot deel versterkt een goed imago klantentrouw. De vraag is waar je je wilt positioneren op het gebied van kwaliteit versus prijs.

 

Belevingswereld consument

Daarbij geldt trouwens ook dat consumenten behoorlijk verschillen in belevingswereld. Voor de meesten is dat de eigen wijk, stad of land. Draag je als bedrijf bij aan schonere lucht voor je klanten en hun kinderen in je eigen stad, of red je de biodiversiteit in de Amazonebossen? Maak je bijdrage liefst concreet en lokaal. Vergelijk het met het opruimen van zwerfafval voor een schone en veilige winkel- en leefomgeving. Dat is ook dicht bij huis.

Verleiden of verplichten

Er is wel meer mogelijk qua voorlichten en overtuigen. Bedrijven die een goed MVO-imago in hun merk willen stoppen kunnen eisen stellen aan hun keten van (b2b-)leveranciers. Zij worden daar soms toe gedwongen door consumenten, actiegroepen en overheden. Actiegroepen variëren in hun strategie. Wakker Dier speelt het hard: naming and shaming. De Dierenbescherming helpt bedrijven met voorschriften en vervolgens met een zichtbaar BeterLeven-label voor in de marketing. Dwingen of verleiden, keurig verdeeld over twee actiegroepen. Als dit je afnemer treft moet je als (b2b-)leverancier wel schone spullen kunnen leveren. Dan is duurzaamheid geen extraatje meer dat weinig geld mag kosten. Het is urgent voor de marketing geworden.

 

Als duurzamere energie urgent genoeg is, moet vervolgens ook de technische kennis te vinden zijn. Er zijn wel een paar initiatieven, maar nog niet genoeg. Kijk eens op EnergiekeRegio.nl als voorbeeld. Ook de leveranciers van energie-installaties laten kansen liggen. De technische kennis is er natuurlijk wel, maar helpen ze ook met je marketing? B2b-bedrijven kunnen en moeten daar ook aan bijdragen. Bijvoorbeeld: hoe helpt Eneco mkb’ers in Den Haag zichtbaar bij te dragen aan gezonde lucht voor Haagse mensen? Hebben we daar een soort Wakker Dier voor nodig? Wellicht valt er te praten over een Schoner Leven-sticker met drie smileys op je winkel?

 

Whitepaper Gedragsbeïnvloeding

Er is een grijs gebied tussen dwingen en verleiden. Wat de meest effectieve manier is om gewenst gedrag te stimuleren hangt af van de situatie en de doelgroep. In onze nieuwe whitepaper beschrijven we de 10 manieren waarop je gedrag bewust en onbewust kunt beïnvloeden. Ook vind je hierin de concrete actiepunten voor een gedifferentieerde aanpak naar effectieve veranderingen. Download hier de whitepaper.

 

Bron: MarketingTribune, 25.08.2016

Contact us



Copyright ©2024 Motivaction International B.V. All Rights Reserved

Powered by © Totoweb and Gonta Creative Agency