- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 314}
- Teaser Auteur image 400x400:
A majority of the Dutch population would like to see euthanasia legislation that gives patients themselves the final say on their euthanasia, rather than a doctor. Under the current euthanasia law, a doctor must determine whether there is unbearable and hopeless suffering before euthanasia can be considered. Research by Motivaction shows that the Dutch people prefer a specially trained counselor to determine through conversations with the patient whether they have a desire to die. If that is the case, then a doctor will proceed with euthanasia. This alternative euthanasia legislation was developed by end-of-life activist Wim van Dijk and supporters.
61% of the Dutch population is in favor of the alternative euthanasia law, while 54% is positive about the existing euthanasia law. However, when given a choice between the two laws, 60% favor the alternative law and only 21% prefer the current law. Even supporters of euthanasia are six times more likely to choose the alternative law over the current law.
A large group of Dutch people believes that a doctor can determine whether someone is suffering unbearably and hopelessly (60%) and that the doctor should do so when a patient requests euthanasia (57%). However, this should no longer be the decisive factor in the application of euthanasia. Only 29% believe that the doctor should have the final say.
Most people agree that a doctor can have a role in euthanasia but should not have decision-making authority over its application. 50% believe that a patient should be able to decide on their own end-of-life even if they are not suffering unbearably and hopelessly. 17% disagree with this.
According to the close ones of a patient, euthanasia proceeds uncomfortably in about one in ten cases (12%) and restlessly in 9% of cases. Palliative sedation, often used when euthanasia is refused, is experienced as uncomfortable by just over one in six patients (18%) and restless by 17%.
The survey was conducted between May 17 and May 24, 2023, among a representative group of 1,055 Dutch citizens (n = 1,055).
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 314}
- Teaser Auteur image 400x400:
Queer & Pride Amsterdam has kicked off this week. The event is more focused on diversity within the LGBTQIA+ community than ever before. Visibility of all groups within the community remains crucial, as it is not always easy or safe for individuals to be themselves everywhere. A recent study among non-binary people shows that they often feel more unsafe.
Non-binary individuals report feeling unsafe three times more often than others. This finding comes from an international study conducted by Motivaction on behalf of Mastercard. This feeling of unsafety is present in various situations, such as public transportation, the workplace, and during social outings. For instance, 36% of non-binary people frequently or often feel unsafe while using public transportation, compared to 12% of the general population.
The research also reveals that 28% of those identifying as non-binary have experienced discrimination, bullying, or verbal abuse in the past year. Among the entire population, 13% reported experiencing discrimination in the same period. Additionally, non-binary individuals rated their mental health at an average of 6.6, whereas others gave an average rating of 7.5. Non-binary individuals also report higher levels of loneliness and depression.
The Netherlands appears to be relatively accepting of people who identify as non-binary, along with other Western European countries like Belgium, France, Spain, Portugal, Italy, Austria, and Sweden. In contrast, countries like Czech Republic, Slovakia, and Israel show lower levels of acceptance. Germany, the United Kingdom, the United States, Canada, and Poland occupy a middle ground, with more divergent views on the acceptance of non-binary individuals.
About the research
The study involved 15,935 participants from 16 countries. In each country, a group of approximately 1000 people filled out the questionnaire, except for the smaller countries Portugal (n = 675) and Slovakia (n = 626). The sample in each country was representative of the total population. In the overall sample of the 16 countries, there were 452 individuals who identified as non-binary.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 246}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
Vrouwen verdienen gemiddeld genomen 15,5% minder salaris dan mannen. Over een hele loopbaan is dit zo’n €300.000 minder. Oneerlijk, vindt vrouwenorganisatie Women Inc. die 5 november, op equal pay day, actie voerde.
Op 5 november is equal pay day omdat vrouwen vanaf deze datum symbolisch de rest van het jaar gratis zouden werken. Volgens onderzoek van het CBS verdienen vrouwen 15,5% minder dan mannen.
Dat komt deels doordat vrouwen vaker in sectoren werken met lagere salarissen, zoals de zorg, en omdat zij vaker hun loopbaan onderbreken of tijdelijk parttime gaan werken voor de kinderen, waardoor ze minder werkervaring hebben. Ook hebben vrouwen minder vaak een leidinggevende functie, waarvoor hogere salarissen worden betaald.
Loonkloof
Een deel van het loonverschil is ook minder goed verklaarbaar: vrouwen krijgen zo’n 6% minder betaald voor hetzelfde werk dan mannen. Een verklaring hiervoor is dat mannen beter zijn in het onderhandelen over hun salaris dan vrouwen, en dat salaris vaak wordt gebaseerd op het vorige verdiende salaris. Wie eenmaal minder krijgt, komt daar dus niet zo snel meer uit.
Verreweg de meeste werkgevers vinden de loonkloof onrechtvaardig en willen dit oplossen, blijkt uit onderzoek door Motivaction en Women Inc. Er worden echter weinig concrete maatregelen genomen om het bijvoorbeeld te stimuleren dat er meer vrouwen doorstromen naar hogere posities.
Bron: De Telegraaf, 05.11.2018
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 242}
Amsterdam – Bijna de helft van de Nederlanders (44%) vindt het van belang dat Coming-Outdag wordt gevierd. Onder mensen uit de LHBTI+ gemeenschap is dit 70%. Dat blijkt uit onderzoek van marktonderzoeksbureau Motivaction.
Op 11 oktober is het Coming-Outdag, een dag waarop er door heel Nederland aandacht wordt besteed aan LHBTI+’ers die openlijk voor hun seksuele geaardheid of genderidentiteit uit willen komen. Hoewel sommigen zich afvragen of het tegenwoordig nog wel nodig is om ‘uit de kast te komen’, blijft de dag een belangrijk moment om de zichtbaarheid van seksuele en genderdiversiteit te vieren. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan door het hijsen van de regenboogvlag in een groot aantal gemeenten, het vragen van meer aandacht op scholen of het aanleggen van regenboog(zebra)paden als teken van tolerantie en diversiteit in Nederland.
Belang van Coming-Outdag breed gedragen
Een derde (33%) van de Nederlanders is bekend met Coming-Outdag, bij LHBTI+’ers is dit zelfs twee derde (66%). Of men de dag kent of niet, 44% van Nederlanders ziet het belang ervan in. Die erkenning is wijdverspreid: er zijn geen grote verschillen naar opleiding, leeftijd of regio. Vrouwen (47%) vinden deze dag iets vaker belangrijk dan mannen (41%). Jongeren kennen de dag ook vaker en zien er meer het nut van in.
Een derde van de Nederlanders (33%) ziet het nut van Coming-Outdag niet in, bij LHBTI+’ers is dat een kwart (25%). Van alle Nederlanders heeft slechts 13% een ongemakkelijk gevoel bij het evenement.
We zien in deze cijfers dat acceptatie van LHBTI+’ers niet meer iets is van de grote steden alleen, het belang van Coming-Outdag wordt breed gedragen. En het is slechts een vrij kleine groep die zo’n dag niet belangrijk vindt.
LHBTI+’ers meest open bij vrienden, minst op vereniging
Onder LHBTI+’ers is men het meest open bij goede vrienden (54% bijna altijd) en bij naaste familie zoals ouders, broers en zussen (46% bijna altijd). Op het werk zegt 39% van de LHBTI+’ers in principe tegenover iedereen open te zijn over hun seksuele- of genderidentiteit, en is 35% dat soms maar niet tegenover iedereen. In hun naaste omgeving zijn LHBTI+’ers iets minder open: 30% is bijna altijd open bij buren en mensen in de straat of buurt, 23% is dat soms. Met name op (sport)verenigingen komen LHBTI+’ers niet snel uit de kast: 28% is hier altijd open, 20% is dat soms.
Lex van Meurs: “Als LHBTI’er sta je iedere keer voor de keuze wanneer, waar en tegenover wie je je eigen seksuele voorkeur en/of genderkeuze uit. Door de toenemende tolerantie is dat gelukkig steeds makkelijker, zelf merk ik dat zeker ook. Dit onderzoek onderstreept de toegenomen zichtbaarheid in het hele land en in alle lagen van de bevolking: dat is iets om te vieren. Maar uit de kast komen is zeker niet voor iedereen altijd even makkelijk. Dat het belang van Coming-Outdag zo breed gedragen wordt is een steun in de rug voor wie uit de kast komen ook nu nog lastig is. ”
André Kamphuis: “Het is natuurlijk logisch dat je meer open bent tegen mensen die dichtbij je staan dan naar kennissen. Hoewel het voor sommige LHBTI+’ers juist moeilijk is om open te zijn naar hun familie, dat zie je ook in de cijfers. Maar waarom zou je bijvoorbeeld op je sportclub niet open zijn over met wie je een relatie hebt? Daar is nog wel iets te doen. Andersom zie je ook dat mensen in hun straat of buurt maar weinig mensen kennen die LHBTI+ zijn”.
Over het onderzoek
Voor dit online onderzoek is gebruikgemaakt van het StemPunt-panel van Motivaction met meer dan 70.000 leden. De vragenlijst is beantwoord door 967 respondenten in de leeftijd van 16 tot 70 jaar. Het onderzoek is representatief gewogen op de kenmerken geslacht, leeftijd, opleiding, regio en Mentality. Het veldwerk werd uitgevoerd in de periode van 14 tot 19 september 2020.
Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact op met Lex Meurs of André Kamphuis.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Open Graph image 1200 x 630:
Non-binair mag dan wel een ‘nieuw’ begrip zijn voor de meeste mensen, je niet thuis voelen in de categorie van man of vrouw is al langer bekend binnen de LHBTI-gemeenschap. Het begrip non-binair kent bijvoorbeeld een langere geschiedenis met woorden zoals ‘gender non-conforming’ of ‘genderqueer’. Niet-westerse culturen hebben soms al eeuwen een woord voor wie niet als man of als vrouw gezien wil worden. Eind juli werd non-binair op heftige wijze in het nieuws geslingerd door de mishandeling van de 14-jarige Frédérique uit Amstelveen. Zij (het voornaamwoord waar ze zich comfortabel bij voelt volgens haar vader) werd lastig gevallen door een jongen van dezelfde leeftijd omdat ze geen antwoord wilde geven op de vraag of ze een jongen of een meisje was. Omdat dat niet zou moeten uitmaken.
Dit droevige maar ook trotse voorbeeld maakte het terrein van genderidentiteit en genderexpressie ineens heel toegankelijk voor het grote publiek. Maar al langer draagt bijvoorbeeld een grote artiest als Sam Smith, die zich openlijk als non-binair identificeert, bij aan de zichtbaarheid van mensen die zich niet herkennen in de categorieën man of vrouw. Het bedrijfsleven begint te reageren: van het wereldwijde Mastercard tot onze eigen HEMA, wordt met concrete producten rekening met de behoeften van non-binaire mensen. En in onze onderzoekswereld groeit het besef dat je mensen niet meer met goed fatsoen kan laten kiezen uit twee smaken bij de aloude vraag naar hun ‘geslacht’. Dat gaan wij bij Motivaction binnenkort dan ook anders doen.
Omdat anders denken over gender pas recent een grote vlucht nam, is het logisch om te verwachten dat vooral onder jongeren de acceptatie van non-binaire mensen groot is (misschien dacht je net wel: “Sam wie?”). Dat wordt in internationaal onderzoek ook wel bevestigd. Toch zagen we in de Nederlandse bevolking een iets ander verhaal. In ons Mentality-model kijken wij namelijk niet enkel naar leeftijd, maar voornamelijk naar de waarden van de verschillende groepen. En wanneer je deze waarden aanspreekt en mensen bevraagt naar hun mening over gender, laat het zien dat waarden misschien wel belangrijker zijn dan leeftijd.
Met stellingen als “Ik vind dat mensen niet alleen man óf vrouw hoeven te zijn” zijn mensen tussen de 18 en 25 jaar het vaker eens dan oudere mensen, maar het verschil is niet groot (50% onder de jonge groep tegen 43% in heel Nederland). En in de grote steden zijn mensen het er iets vaker mee eens (55%) dan in de rest van het land. Opleidingsniveau maakt geen verschil. Maar als we kijken naar Mentality-milieu, zien we dat onder Traditionele burgers slechts 26% het eens is met de stelling, terwijl dat bij de Postmaterialisten 68% is. In beide milieus komen zowel oudere als jongere mensen voor. Wat de mensen in zo’n milieu bindt, zijn overeenkomstige waarden, of ze nu jong of oud zijn. Traditionele burgers hechten aan ‘family values’ en houden de dingen graag bij het oude, terwijl Postmaterialisten vinden dat je jezelf moet kunnen ontplooien zoals jij dat wilt en dat de maatschappij moet veranderen als bepaalde groepen niet gelijk worden behandeld.
Opvattingen over non-binaire mensen hangen samen met andere opvattingen over traditionele genderrollen. Zo zien we dat Postmaterialisten het ook veel vaker eens zijn met de stelling “Ik vind dat twee mannen of twee vrouwen prima in staat zijn om kinderen op te voeden” en Traditionele burgers veel minder (95% vs. 67%) . Andersom zijn Traditionele burgers het veel vaker eens met “De rol die de vrouw in de maatschappij moet vervullen is die van goede moeder en echtgenote” dan Postmaterialisten (49% vs. 5%). Wat we ook zien aan de cijfers bij deze stellingen, is dat onder de meest traditionele groep in het model de acceptatie van werkende vrouwen en ouderparen met hetzelfde gender veel verder is dan de acceptatie van non-binaire mensen.
Inzicht in waarden helpt om verder te kijken dan simpele categorieën zoals leeftijdsgroepen. Het heeft meestal niet veel zin om jongeren (of ouderen) over één kam te scheren, de verschillen in houding en gedrag binnen een leeftijdsgroep zijn enorm. We zien trouwens ook niet vaak wezenlijke verschillen tussen mannen en vrouwen in ons onderzoek.
Ben je ook benieuwd naar hoe Mentality deze waarden in de kaart brengt én hoe waarden van invloed zijn op de mening van mensen? Kijk onze Mentality webcast terug!
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
- Open Graph image 1200 x 630:
Amsterdam staat bekend om haar grachten, historische gebouwen en bruisende stadsleven. Maar wat steeds duidelijker wordt, is dat Amsterdammers snakken naar meer groen in hun omgeving. Uit de nieuwste editie van deGezonde Stad Monitor, uitgevoerd doorStichting De Gezonde Staden Motivaction, blijkt dat85% van de Amsterdammers meer bomen wil in de stad en74% meer bloemen en planten om de biodiversiteit te bevorderen. Een krachtige oproep vanuit de inwoners, maar hoe staat het er werkelijk voor met het groen in de stad?
Meer groen, minder ruimte
De wens voor een groenere stad is groot, maar in de praktijk neemt de hoeveelheid natuur in de openbare ruimte af. Door de sterke groei van het aantal woningen in Amsterdam hebben bewoners gemiddeld minder toegang tot natuur. In de afgelopen vijf jaar is de hoeveelheid openbaar groen per woning metmeer dan 25% gedaald.
Volgens Hannah Hendrikx, directeur van Stichting De Gezonde Stad, is dit een zorgelijke ontwikkeling:“Groen is de levensader van onze stad. Bomen zorgen voor schaduw, frisse lucht en een gezondere leefomgeving. Toch voldoet slechts 15% van de Amsterdamse buurten aan de 3-30-300-regel: drie bomen zichtbaar vanuit huis, 30% bladerdek per buurt en een park binnen 300 meter.” Vooral in het drukke stadscentrum en Amsterdam-West is het tekort aan groen nijpend, wat bijdraagt aan hittestress en een verminderde leefkwaliteit.
Amsterdammers willen zelf aan de slag
Gelukkig blijft het niet alleen bij een roep om meer groen: Amsterdammers zijn ook bereid om zelf de handen uit de mouwen te steken.31% van de inwoners wil actief groen verzorgen in de buurt, terwijl6% dit al doet en 36% overweegt om hiermee aan de slag te gaan. Dat betekent dat ruim 500.000 stadsbewoners potentieel kunnen bijdragen aan een groenere en leefbaardere stad. Stichting De Gezonde Stad speelt hierop in met projecten zoals hetVerjaardagbos (tijdens de viering van 750 jaar Amsterdam op de A10) en waarmee ze de groene energie van bewoners omzetten in concrete acties.
Gezond eten blijft voor velen een uitdaging
Naast groen, speelt ook voeding een belangrijke rol in de leefbaarheid van de stad. Voor bijna100.000 Amsterdammers met een krappe beurs is gezond eten echter geen vanzelfsprekendheid. Hoewel ze verse en gezonde voeding waarderen, vormt betaalbaarheid een groot probleem. Slechts39% van de financieel kwetsbare volwasseneneet dagelijks fruit. In stadsdelen zoals Zuidoost en Nieuw-West eet slechts50% tot 59% van de jonge kinderen dagelijks groente, terwijl dit percentage in andere stadsdelen boven de70% ligt.
Duurzaam eten wordt door 35% van de Amsterdammers als te duur ervaren, terwijl 10% het moeilijk vindt om er aan te komen en 7% niet precies weet wat duurzaam voedsel inhoudt. Toch blijkt er een sterke interesse in lokaal en natuurlijk voedsel. Maar liefst82% van de Amsterdammers zou voedsel willen plukken in parken als dat mogelijk was, met appels, peren, bessen en kruiden als favorieten.
Kansen voor een groenere en gezondere stad
Hoewel de cijfers laten zien dat er nog veel werk aan de winkel is, zijn er ook volop kansen. Amsterdam telt285 stadslandbouwinitiatieven, wat mogelijkheden biedt om lokaal voedsel toegankelijker te maken. Daarnaast blijkt uit de monitor dat veel Amsterdammers wel wíllen kiezen voor streekproducten, maar slechts5% dit wekelijks koopt. Een betere zichtbaarheid en toegankelijkheid van deze producten kan hier verandering in brengen.
Met zoveel betrokken en actieve inwoners, ligt er een kans voor de stad om samen te werken aan een groene en gezonde toekomst. Meer bomen, meer biodiversiteit en meer bewustwording over duurzaam eten kunnen ervoor zorgen dat Amsterdam niet alleen mooier, maar ook gezonder wordt voor iedereen.
Motivaction heeft De Gezonde Stad voor deze monitor ondersteund door een representatieve groep Amsterdammers te ondervragen en de resultaten uit te splitsen per stadsdeel.
Wil je meer informatie over De Gezonde Stad monitor? Neem contact op met André Kamphuis
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
- Open Graph image 1200 x 630:
Duurzaamheidsorganisatie De Gezonde Stad publiceert op 10 januari zijn jaarlijkse onderzoek op het gebied van energie, afval, voedsel, groen, schone lucht en vervoer, en concludeert daarin onder andere dat bijna de helft van de Amsterdammers de verwarming niet aanzet wanneer zij dat willen, maar ook dat het aantal vierkante meter groen per inwoner nog steeds afneemt. In het onderzoek is dit jaar ook de stem van Amsterdammers meegenomen, via een kwantitatief onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction onder meer dan 1000 inwoners. Niet alle onderzoeksresultaten uit de Monitor zijn alarmerend, maar er is werk aan de winkel.
1 miljoen inwoners
Met name op het gebied van groen, afval en voedsel is winst te behalen. Directeur Annick Mantoua: “Naar verwachting zal het inwoneraantal van Amsterdam in 2034 oplopen tot de 1 miljoen. De stad wordt dus steeds voller, en er komen steeds meer woningen en andere gebouwen bij. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk Amsterdammers weten hoe we de stad leefbaar en gezond kunnen houden. Dan kunnen we samen actie ondernemen op de plekken waar dat het hardste nodig is.” Mantoua is verheugd te zien dat uit het onderzoek blijkt dat met name de generatie millennials en Gen Z positief staan tegenover groen en afval scheiden. “Meer dan andere generaties geven zij bijvoorbeeld aan GFT afval te scheiden en willen zij meer bomen in hun buurt.”
Amsterdammers in de kou
In 2021 - nog voor de grote energiecrisis - leed al negen procent van alle Amsterdamse huishoudens aan energiearmoede. Dat is het geval wanneer tien procent of meer van het huishoudensinkomen op gaat aan de energierekening. De steekproef die De Gezonde Stad eind 2022 onder meer dan 1000 Amsterdammers deed, laat zien dat het voor 46% van de huishoudens te duur is om de verwarming aan te zetten wanneer zij dat willen. Het goede nieuws is dat alle (nieuwe) zonnepanelen in Amsterdam 30% in 2021 meer energie opwekken dan het jaar daarvoor. En dat in 2021 al 25% van het totaal aantal woningen is aangesloten op het warmtenet. Het is belangrijk om te kijken hoe we in de overgang naar groene energie bepaalde groepen meenemen, zoals huurders, zodat de energietransitie niet gaat leiden tot meer ongelijkheid in de stad.
Hittestress in de stad
35% van de Amsterdammers geeft aan in de zomer last te hebben van de hitte buiten in hun straat en zelfs 46% ervaart de warmte in huis in de zomer als zeer vervelend. In grote steden kan het op warme dagen zo’n 7 graden warmer zijn dan op het platteland. Van de 10 meest versteende buurten van Nederland liggen er 7 in Amsterdam. Zorgwekkend, want de hoeveelheid groen per inwoner blijft dalen. In 2022 was er 28,65 m2 groen per Amsterdammer, terwijl dat in 2020 nog 29,75m² groen was. Het is noodzaak om het groen in de stad behouden, en ook bij nieuwbouw genoeg ruimte te reserveren voor begroeiing. Meer groen is onmisbaar om de effecten van klimaatontregeling te dempen.
Ventileren voor gezondheid
Naar schatting leeft de gemiddelde Amsterdammer ruim een jaar korter vanwege ongezonde lucht. Luchtvervuiling staat op plek drie van de grootste gezondheidsrisico’s voor Amsterdammers, na roken en de combinatie van slechte voeding en te weinig bewegen. De luchtkwaliteit in Amsterdam is van de grote Nederlandse steden veruit de slechtste en verkeer is hiervan de grootste oorzaak. Binnen de hoofdstad is de luchtvervuiling in drukke straten tot drie keer hoger dan in straten met weinig verkeer. En luchtvervuiling beperkt zich niet tot de lucht buiten, ook in huis werkt deze vervuiling door. Door gebrekkige ventilatie in veel huizen is de lucht binnen nog vuiler dan buiten. Zelfs dichtbij een drukke weg, is de lucht buiten vaak schoner dan de lucht binnen.
Compost als kans
Waar het gemiddelde percentage voor het scheiden van afval in Nederland op 60% ligt, blijft Amsterdam steken op 32% (18% bij de bron en 14% tijdens een nascheiding). GFT-afval wordt in Amsterdam het slechtst gescheiden, slechts 1% ten opzichte van een landelijke 64% (2019). Uit de steekproef blijkt dat 52% van alle Amsterdammers GFT-afval wel graag wíl scheiden. De stad Amsterdam laat hiermee een enorme kans liggen, want meer dan een derde van de gemiddelde vuilniszak bestaat uit GFT-afval. Een mogelijke oplossing ligt in lokale verwerking van dit afval tot compost, bijvoorbeeld via het programma Afval naar Oogst wat initiatiefnemer Natascha Hagenbeek samen met De Gezonde Stad heeft uitgezet op elf locaties verspreid over de stad.
Amsterdammers eten vaker vega
60% van de Amsterdammers eet flexitarisch, vegan, vega of pescotarisch (geen vlees, maar wel vis). Daarmee zit Amsterdam boven het gemiddelde van Nederland wat rond de 50% ligt.Goed nieuws: in 2022 waren vleesvervangers voor het eerst goedkoper dan vlees, wat mogelijk heeft bijgedragen aan een stijging van het aantal mensen dat kiest voor een vegetarische maaltijd.
Handen uit de mouwen
Deze greep uit de onderzoeksresultaten laat zien dat er nog veel te winnen is in het streven naar een gezond en duurzaam Amsterdam. Tegelijkertijd kunnen Amsterdammers gelukkig zelf een belangrijke bijdrage leveren op meerdere thema’s. Hoopvol stemt de ambitie van een jonge generatie die zich, zo blijkt het het onderzoek, meer dan oudere generaties in wil zetten voor een gezonde en duurzame stad. Het gehele onderzoeksrapport is vanaf 10 januari te downloaden.
Noot voor de redactie
Voor vragen of aanvullende onderzoeksresultaten, of meer informatie op een specifiek thema, neem contact op met Jitske van der Goot, via 06-45250066 of via .
Bron persbericht: De Gezonde Stad Monitor 2023
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
- Open Graph image 1200 x 630:
Dit blijkt uit de Monitor, een jaarlijks onderzoek door duurzaamheidsorganisatie De Gezonde Stad. Met het onderzoek wil de organisatie inzichtelijk maken hoe Amsterdam ervoor staat als duurzame stad. Ook geeft de Monitor een inkijkje in wat Amsterdammers zelf vinden van thema’s als groen, voedsel en afval, via een enquête onder 1000 Amsterdammers door onderzoeksbureau Motivaction. Een factsheet met de tien meest opvallende feiten en het hele onderzoeksrapport zijn voor iedereen gratis te downloaden.
Afname groen in strijd met behoefte van Amsterdammers
Tussen 2018 en 2023 is in Amsterdam 159 hectare aan publiek groen verdwenen. Dat is een daling van bijna 2%. Het aantal inwoners nam in dezelfde periode met 7,5% toe. Dat de hoeveelheid publiek groen in de stad nog steeds afneemt staat haaks op de ambities die de gemeente heeft in het toewerken naar een groene stad.
Groen is met het oog op klimaatverandering van cruciaal belang om een gezond leefklimaat in de stad te behouden. Waar stenen en asfalt warmte vasthouden, helpen bomen en planten de stad koel te houden. Op extreem warme dagen kan het in Amsterdam nu al 7 graden warmer zijn dan op het platteland. Afgelopen zomer, blijkt uit het onderzoek, had meer dan de helft van de Amsterdammers last van de hitte in de stad.
Er is ook goed nieuws: veel Amsterdammers zijn zich bewust van het belang van groen en willen graag bijdragen. Ze vinden meer bomen belangrijk voor de stad (86%) en de meeste stadsbewoners willen meer bomen in hun buurt. De helft (51%) van de Amsterdammers maakt zich zorgen over het feit dat er steeds minder insecten zijn. Een derde van de inwoners staat open voor het verzorgen van groen in hun eigen buurt.
De gemiddelde Amsterdammer verspilt ruim 60 kilo voedsel per jaar
Ook rondom het thema voedsel blijkt dat een grote groep Amsterdammers bewust is van de impact op het milieu en daar naar handelt. Bijna de helft (45%) van alle Amsterdammers vindt dat ze met het eten dat zij kopen invloed hebben op klimaatverandering. Een kwart geeft aan geen vlees te eten. Ook geeft een meerderheid (71%) van de Amsterdammers aan dat ze het liefst vers voedsel uit de regio of het seizoen willen kopen.
Tegelijk blijkt voor veel Amsterdammers duurzaam en gezond voedsel niet toegankelijk. Het voedselaanbod in de stad is erg ongezond en circa 100.000 Amsterdammers hebben mogelijk te weinig geld voor gezonde voeding. Evenwel wordt in Amsterdam jaarlijks per persoon zo’n 60 kilo voedsel verspild. De gemiddelde vuilniszak bestaat voor een kwart uit nog eetbare voedselresten, zoals brood en rijst. Op het gebied van voedsel en duurzaamheid zijn dus nog flinke stappen te maken.
Ambities vertalen naar concrete acties
Annick Mantoua, directeur van De Gezonde Stad: “Amsterdam staat net als andere steden voor de nodige klimaatuitdagingen. De Gezonde Stad Monitor laat zien dat er nog veel moet gebeuren. Maar ook dat bewustzijn over de invloed van dagelijkse keuzes en de behoefte om zelf bij te dragen bij de Amsterdammer aanwezig is. Dat biedt kansen. Om de klimaatdoelstellingen te behalen moeten we nog meer concrete handvatten bieden en ruimte geven aan bewoners en bedrijven om zelf aan de slag te gaan, en dit toegankelijk te maken voor alle Amsterdammers.”
Meer informatie
Een factsheet met de tien meest opvallende feiten en het hele onderzoeksrapport zijn voor iedereen gratis te downloaden via de website van De Gezonde Stad. Naast de thema’s groen en voedsel, komen ook de thema’s lucht & vervoer, water, energie en afval terug in het onderzoek.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
De Week van de Laaggeletterdheid, dit jaar van 8 tot 15 september, is een jaarlijks terugkerend evenement dat aandacht vraagt voor de ongeveer 2,5 miljoen volwassenen in Nederland die moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen en digitale vaardigheden. Laaggeletterdheid heeft verstrekkende gevolgen voor het dagelijks leven van mensen, vooral als het gaat om het begrijpen van complexe informatie van bijvoorbeeld overheidsinstanties en andere dienstverleners.
Laaggeletterdheid in Nederland
Laaggeletterdheid is een uitdaging waar veel mensen in Nederland mee te maken hebben. Volgens deStichting Lezen en Schrijven zijn er in Nederland 2,5 miljoen volwassenen die moeite hebben met basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en digitale communicatie. Dit heeft niet alleen invloed op hun persoonlijke leven, maar ook op hun participatie in de samenleving en hun toegang tot essentiële diensten.
De oorzaken van laaggeletterdheid zijn divers. Sommigen hebben door omstandigheden hun school niet afgemaakt, terwijl anderen een leerachterstand hebben opgelopen of als migrant te weinig onderwijs hebben genoten in hun nieuwe taal. Deze diversiteit vraagt om een breed scala aan oplossingen, maar vooral ook om een inclusieve benadering van communicatie en dienstverlening door overheden en andere publieke diensten.
Het belang van inclusieve communicatie
Inclusieve communicatie betekent dat informatie zo wordt geformuleerd dat deze begrijpelijk is voor iedereen, ongeacht hun taal- of leesvaardigheid. Dit is vooral belangrijk voor overheidscommunicatie, omdat complexe en juridische taal vaak lastig te begrijpen is voor mensen met een lage taalvaardigheid. Hierdoor kunnen zij belangrijke informatie missen of verkeerd interpreteren, wat kan leiden tot misverstanden en zelfs juridische problemen.
De rol van laaggeletterden in onderzoek
Voor effectief beleid en betere dienstverlening is het noodzakelijk dat overheden en andere instanties direct in contact komen met de doelgroep die zij willen bereiken. Dit betekent dat laaggeletterden actief betrokken moeten worden bijrespondentenselectie in onderzoeken.
Wanneer laaggeletterden niet worden meegenomen in onderzoek, worden hun specifieke behoeften en uitdagingen niet voldoende in kaart gebracht. Dit leidt tot een communicatie- en dienstverleningskloof die vooral voor deze kwetsbare groep nadelige gevolgen kan hebben. Door hen echter actief te betrekken, krijgen onderzoekers een volledig beeld van hoe communicatie wordt ontvangen en kunnen zij aanbevelingen doen om deze te verbeteren.
Praktijkvoorbeeld
Een mooi praktijkvoorbeeld is terug te vinden in eenonderzoek uitgevoerd door Motivaction in opdracht van de Belastingdienst. Hiervoor werden laaggeletterden specifiek geselecteerd om te helpen begrijpen hoe deze groep belastinginformatie verwerkt. Dit onderzoek toonde aan dat laaggeletterden vaak moeite hebben met het begrijpen van brieven en formulieren van de Belastingdienst. Door deze bevindingen heeft de Belastingdienst barrières kunnen identificeren en concrete stappen kunnen ondernemen om hun communicatie toegankelijker te maken zoals vereenvoudigde brieven en gebruiksvriendelijke online platformen.
Vragen over Diversiteit en Inclusie bij het doen van onderzoek ofrespondentenselectie? Neem contact op met onzeexperts D&I (André Kamphuis) en/of Naomi Gaspersz van ons in-house selectiebureau M-select.
Bronnen: Stichting Lezen & Schrijven en Stichting ABC
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
Het aantal biculturele Nederlanders dat regelmatig naar de grote Nederlandse tv-zenders kijkt, neemt steeds verder af. Onder Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders daalde het weekbereik van NPO1 van 31% in 2018 naar 21% in 2020. Ook het weekbereik van RTL4 liep terug: van 41% in 2018 naar 34% vandaag. Het bereik van de grote Nederlandse tv-zenders is daarmee onder biculturele Nederlanders aanzienlijk lager dan onder autochtone Nederlanders.
Onder autochtone Nederlanders scoren NPO1 en RTL4 nog een weekbereik van respectievelijk 70% en 59%, slechts een lichte daling ten opzichte van 2018.
Ondanks het lagere bereik van de grote tv-zenders, is de kijktijd die biculturele Nederlanders dagelijks aan televisie besteden vrijwel ongewijzigd gebleven met een gemiddelde kijktijd van 129 minuten per dag in 2020 ten opzichte van 124 minuten in 2018. Dat de kijktijd nagenoeg gelijk is gebleven terwijl het bereik van de Nederlandse televisiezenders is gedaald, kan verklaard worden door de stijging in het gebruik van VOD-diensten. Het weekbereik van Netflix steeg van 32% in 2018 naar 53% vandaag, en van Videoland van 7% naar 30%.
Bevestiging van een trend
Bovenstaande conclusies zijn terug te vinden in de zevende editie van het ‘Mediarapport Biculturele Nederlanders’ van Motivaction en TransCity. De cijfers bevestigen een trend die zich al sinds het eerste onderzoek in 2007 heeft ingezet. Zo is er elke twee jaar sprake van een gestage daling van het totaalbereik van mainstream Nederlandse media door Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders.
Alleen het bereik van online Nederlandse nieuwsmedia heeft zich dit jaar enigszins gestabiliseerd, waarbij het actuele nieuws over de COVID-19 pandemie een rol kan hebben gespeeld.
Reflectie op de resultaten door René Romer en Ahmed Ait Moha
Onvrede
De laatste jaren uiten steeds meer biculturele Nederlanders publiekelijk hun onvrede over het witte perspectief dat volgens hun door verschillende Nederlandse media wordt gecreëerd. Nu de digitalisering en internationalisering van het medialandschap maakt dat consumenten geregeld zelf beslissen welke mediacontent ze hoe en wanneer tot zich nemen, zijn biculturele Nederlanders steeds minder afhankelijk van de grote Nederlandse mediapartijen.
Het aandeel biculturele consumenten op de totale Nederlandse bevolking blijft de komende jaren groeien (zie ‘Verkenning Bevolking 2050’ van SZW/NIDI/CBS). De kans is daarmee groot dat de daling van het totaalbereik van de grote Nederlandse media zich in de toekomst doorzet zolang er geen substantiële verandering komt in de perspectieven vanuit deze media.
Over het onderzoek
Het mediaonderzoek is in de periode maart t/m juli 2020 uitgevoerd door Motivaction onder 1386 Nederlanders met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond en representatief naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Ter vergelijking is een representatief panel van 654 autochtone Nederlanders ondervraagd.
Neem voor meer informatie over dit onderzoek contact met ons op.
Bron: Motivaction, 01.09.2020
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
- Open Graph image 1200 x 630:
Onderzoek van Motivaction laat zien dat biculturele Nederlanders nog steeds ondervertegenwoordigd zijn op management- en directieniveau in het mkb. Gemiddeld genomen blijkt het medewerkersbestand in het mkb een afspiegeling te zijn van de samenleving, maar dit is niet het geval op het niveau waar beslissingen genomen worden. Kleine(re) organisaties (met minder dan 50 werknemers) zijn overwegend niet divers op alle niveaus.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
- Open Graph image 1200 x 630:
De acceptatie van non-binaire personen neemt toe. Uit internationaal onderzoek van Motivaction blijkt dat die acceptatie zich vooral richt op individuen die zich als non-binair identificeren. Tegelijkertijd is het voor een aanzienlijke groep een brug te ver om genderverschillen minder te benadrukken. Zij vinden namelijk dat opgroeiende kinderen als jongen óf meisje zouden moeten worden behandeld. Kort gezegd: het is oké om non-binair te zijn, maar we houden het onderscheid tussen man en vrouw nog graag in stand. Nederlanders zijn op dit onderwerp vooruitstrevender in vergelijking met mensen uit andere landen.
Motivaction besteedt aandacht aan veranderende ideeën rond gender en seksualiteit. In het kader van Internationale Vrouwendag nemen we je graag mee in enkele opvallende resultaten van een groot onderzoek, dat wij mochten uitvoeren in opdracht van Mastercard.
Gendergelijkheid geeft iedereen de ruimte
8 maart was het Internationale Vrouwendag. De daaraan vooraf gaande Feminist March ging over gelijke rechten voor vrouwen ten opzichte van mannen. En over gelijke rechten voor mensen die zich niet, of niet helemaal, als man of vrouw identificeren. Die liepen ook mee in de March. Als je verschillen tussen mannen en vrouwen niet onnodig vergroot, komt óók voor hen meer ruimte om zichzelf te zijn. Of andersom: wanneer je accepteert dat mensen iets anders dan man óf vrouw zijn, geeft dat mensen die zich wel identificeren als vrouw of man meer mogelijkheden om zich te gedragen en uiten zoals zij dat willen. Of dat nu past bij hun gender of niet.
Non-binaire personen als persoon vaak geaccepteerd
60% van de Nederlanders heeft begrip voor mensen die zich niet als man of vrouw identificeren. Dat is 10% hoger dan in 2020. Uit ons onderzoek blijkt dat non-binaire mensen vooral als individu door veel mensen geaccepteerd worden. Zo zou slechts 6% de vriendschap verbreken als een vriend zich niet identificeert als man of vrouw. 71% zou de vriendschap niet verbreken. En 13% gaat liever niet om met mensen van wie onduidelijk is of ze man of vrouw zijn. 61% kiest hier wél voor.
Gendergelijkheid in opvoeding nog wat verder weg
De resultaten zijn anders als we kijken naar de mening over opvoeding. 37% is het eens met de stelling “Ik vind dat een kind als jongen óf meisje moet opgroeien en niet als iets daar tussenin”. 29% is het hiermee oneens. Blijkbaar wil een aanzienlijke groep mensen dat bij jonge kinderen een keuze wordt gemaakt om ze als jongen of meisje te behandelen. Bijzonder, omdat juist dat bij non-binaire personen kan leiden tot het gevoel dat er iets mis met hen is. En het houdt seksestereotypen in stand waar ook cisgender mensen niet altijd blij mee zijn. Lees ook 10 vragen over non-binaire personen; Movisie, 2023. De samenleving veranderen om meer mensen zichzelf te laten zijn en genderrollen te doorbreken, is op dit moment voor sommigen een brug te ver. We zien dit ook terug in het relatief grote aantal Nederlanders (41%) dat vindt dat in de samenleving teveel aandacht besteed wordt aan diversiteit en gendergelijkheid. 23% is het hiernietmee eens.
Nederland vaker voor gendergelijkheid in opvoeding dan andere landen
Niet alleen in Nederland is dit verschil zichtbaar. Ook in andere Europese landen, Canada en de VS en Israël zien we een verschil tussen de acceptatie van non-binaire personen en een genderneutrale opvoeding. Wel zijn Nederlanders het meest ruimdenkend als het gaat om opvoeding. Nederland bevindt zich in een groep West-Europese landen waar grote acceptatie is voor non-binaire personen, samen met België, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk en Zweden. In Tsjechië, Slowakije en Israël is deze acceptatie relatief laag. Duitsland, Verenigd Koninkrijk, de VS, Canada en Polen bevinden zich daar tussenin. Daar is de bevolking meer verdeeld wat betreft de acceptatie van non-binaire mensen.
Steekproef
Aan het onderzoek deden 15.935 mensen mee in 16 landen. In elk land vulde een groep van ruim n = 1000mensen de vragenlijst in, behalve in de wat kleinere landen Portugal (n = 675) en Slowakije (n = 626). In elk land was de steekproef representatief voor de totale bevolking. In de totale steekproef in de 16 landen bevonden zich n = 500 mensen die zich identificeerden als non-binair en/of trans.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
Met veel interesse lees ik berichten over de nieuwe wijk Merwede in Utrecht, de stad waar ik woon. Een wijk met 6000 woningen met parkeerplaatsen voor 1800 auto’s. Daarvan zullen er 300 voor deelauto’s zijn, dus niet voor auto’s van bewoners of bezoekers. Het is nog niet zo lang geleden dat bij de meeste gemeenten een ‘parkeernorm’ boven de 1 normaal was. Dat is meer dan één parkeerplaats per woning. In Merwede wordt er echter op aangestuurd dat bewoners geen auto hebben of in ieder geval de auto niet voor de deur kunnen parkeren. Voor veel mensen is dat even slikken. In de commentaren op sociale media moet verkeerswethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) het steevast ontgelden. De critici lijken ervan uit te gaan dat iedereen een auto heeft en ook in de toekomst nodig zal hebben.
Maar niet alleen in steden met GroenLinks-wethouders ontstaan zulke plannen. Hoewel Merwede nog uniek is in haar duurzame ambities op deze grote schaal (zelfs the Guardian bericht erover) zie ik in andere geplande wijken waarover ik mocht meedenken een soortgelijke omgang met mobiliteit. Wat deze hoogstedelijke wijken van morgen gemeen hebben is de nabijheid van een treinstation.
Steden zullen ook wel moeten; er is behoefte aan grote aantallen woningen die grotendeels binnen de bestaande stad moeten worden gebouwd. Op een parkeerplaats kan je niet wonen! En we hebben ook klimaatambities en, dichterbij huis, behoefte aan schone lucht. De coronacrisis illustreert eens te meer hoe schoon de lucht kán zijn in de stad, wat Milaan ertoe brengt om versneld ruim baan te maken voor de fiets.
Maar willen mensen wonen in zo’n autovrije wijk? Dat ligt eraan aan welke mensen je het vraagt. In grote steden heeft lang niet iedereen een auto. En er is een groeiende groep die gebruik maakt van de combinatie fiets en trein om naar het werk te komen volgens het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Dat zijn vaak jonge hoogopgeleiden, en die heb je veel in Utrecht. De stad investeerde dan ook niet voor niets in de grootste fietsenstalling ter wereld (12.500 plekken) op het Centraal Station.
Ook de waarden van inwoners spelen een rol. Zo zie ik in ons onderzoek met het Mentality-model dat bepaalde groepen in de samenleving autobezit niet zo belangrijk vinden en de auto vaker laten staan. Ze zijn ook vaker geïnteresseerd in gebruik van een deelauto. Die groepen, met name postmaterialisten, hechten meer aan zelfontplooiing dan geld en bezit en zijn geïnteresseerd in duurzaamheid. Niet toevallig stemmen ze vaak op GroenLinks. Ook kosmopolieten en postmoderne hedonisten zijn niet getrouwd met hun auto.
In Utrecht komen deze groepen relatief veel voor, net als in andere grote steden. En dan vooral in en rond het centrum. Verder naar de rand van de stad, bijvoorbeeld in VINEX-wijken, kom je meer moderne burgers en opwaarts mobielen tegen, die graag een mooie auto hebben. Zij vinden het een pluspunt dat je zo op de snelweg zit, terwijl een postmaterialist die liever niet in de buurt heeft. Deze groepen zijn in Utrecht ondervertegenwoordigd.
Er is kortom op bepaalde plaatsen wel degelijk draagvlak voor autovrije wijken. Maar ook voor de genoemde ‘groene’ groepen kan een auto handig zijn, zeker nu het OV voorlopig minder aantrekkelijk is. Om hen zonder auto door het leven te laten gaan is het dan ook van belang dat de alternatieven voor autobezit zo aantrekkelijk mogelijk worden gemaakt. Deelauto’s moeten bijvoorbeeld voortdurend beschikbaar zijn en je moet je op de fiets snel en gemakkelijk door de stad kunnen bewegen.
Neem voor meer informatie contact op met André Kamphuis.
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser Auteur image 400x400:
Om discriminatie op de arbeidsmarkt tegen te gaan, voert de gemeente Den Haag volgend jaar anoniem solliciteren in. Een sollicitatiecommissie weet dan niet of de sollicitant Ahmed of Mark heet.
De gemeente voert het anoniem solliciteren in na een pilot van begin dit jaar waarbij bijna 1900 anonieme sollicitaties werden gedaan.
Er solliciteerden in die periode meer mensen met een migratie-achtergrond, een toename van 24 procent naar 31 procent, meldt onderzoeksbureau Motivaction die de proef evalueerde voor de gemeente.
Toch nam de kans dat een sollicitant met migratie-achtergrond werd uitgenodigd op een gesprek niet veel toe: van 7,1 procent in 2015 naar 8 procent. Sollicitanten met een Turkse, Marokkaanse Surinaamse of Antilliaanse achtergrond werden wel vaker uitgenodigd: van 5,6 procent naar 9,3 procent.
Uiteindelijk werden er tijdens de pilot wel meer mensen aangenomen met een migratie-achtergrond. Maar het is lastig te verklaren of dat komt door anoniem solliciteren, omdat de sollicitant na het eerste gesprek niet meer anoniem is.
"Het kan ook komen omdat er andere vacatures zijn of de arbeidsmarkt er anders voor staat", zegt Rober Dur, hoogleraar economie.
PvdA-wethouder Rabin Baldewsingh is blij met de resultaten. "Ik vind het zeer geslaagd omdat meer mensen met een etnische achtergrond hebben gesolliciteerd."
Hij benadrukt dat discriminatie op de arbeidsmarkt hierdoor niet is verdwenen. "Dit is een belangrijk instrument, maar we blijven ook inzetten om onze mensen bij sollicitaties een brede blik te laten hanteren. Ook sluit ik niet uit dat we doelgroepenbeleid gaan voeren. We zijn nog geen afspiegeling van de stad."
Hoogleraar Dur is minder onder de indruk van de resultaten. "Het is op basis van dit onderzoek niet te zeggen of dit mensen met een migratie-achtergrond een eerlijkere kans geeft op een baan. Er moet eerst meer onderzoek gedaan worden naar anoniem solliciteren."
Dur vindt het dan ook onverantwoord om anoniem solliciteren bij de overheid te verplichten, zoals de PvdA wil. "We moeten eerst meer leren over de effecten voordat wordt besloten om het als norm te maken."
Ook in andere gemeenten wordt geëxperimenteerd met anoniem solliciteren of lopen proeven.
Bron: NOS, 02-11-2016
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 269}
- Teaser tekst:
Vergroot het bereik en effect van jouw uitingen onder specifieke doelgroepen. Integreer de verscheidenheid van achtergronden in jouw marketingstrategie.
- Teaser Auteur image 400x400:
- Formulier:
<div data-form-block-id=""254c2a6a-3b4c-ec11-8c62-000d3ab52ed2""></div> <script src=""https://mktdplp102cdn.azureedge.net/public/1.78.2008.0/static/js/form-loader.js""></script> <div id=""dATqBXntq-dahZ_UEKQwaQCnG27Ml59n4GXRuzImVYzA""></div><script src=""https://mktdplp102cdn.azureedge.net/public/latest/js/ws-tracking.js?v=1.78.2008.0""></script><div class=""d365-mkt-config"" style=""display:none"" data-website-id=""ATqBXntq-dahZ_UEKQwaQCnG27Ml59n4GXRuzImVYzA"" data-hostname=""e435a3f4a1aa4b03979412961f51a03f.svc.dynamics.com""></div>
Een divers personeelsbestand kan zorgen voor betere beslissingen en een beter bedrijfsresultaat. Om verschillende mensen aan te trekken moet je in je communicatie duidelijk maken dat iedereen welkom is. En misschien nog wel belangrijker: mensen moeten dat ook voelen als ze eenmaal binnen zijn. Want divers talent vertrekt vaak binnen korte tijd. Met een diverse samenstelling van je bedrijf wordt het ook veel gemakkelijker om heel diverse klanten aan te spreken. In de ontwikkeling van producten en marketing houd je dan veel gemakkelijker rekening met verschillen tussen (sub-)culturen. Vaak weten marketeers niet of biculturele Nederlanders anders naar hun product of merk kijken. Dit alles geldt natuurlijk ook voor beleid van de overheid. De roep om beleid te maken mét de mensen over wie het gaat wordt steeds luider. Zo voorkom je dat een regeling of boodschap zijn doel mist.
Wat wij doen
Onderzoek onder biculturele Nederlanders
Motivaction heeft meer dan 20 jaar ervaring met onderzoek onder mensen met een migratie-achtergrond. Dat gaat over mediagedrag, winkelgedrag, gezondheid, imago op de arbeidsmarkt en nog veel meer. Om tot goede steekproeven te komen van bijvoorbeeld Turkse of Caribische Nederlanders moet je vaak een stapje verder gaan dan standaard online panelonderzoek. We zoeken de mensen actief op en vragen ze of ze ter plekke een vragenlijst op een tablet willen invullen. Klikhier voor meer informatie.
Onderzoek onder LHBTI+ personen
Organisaties zoeken naar manieren om in hun dienstverlening mensen niet op voorhand uit te sluiten vanwege hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Denk bijvoorbeeld aan HEMA, dat make-up niet meer expliciet op vrouwen richt. Of Mastercard, dat bewust ruimte biedt om niet je geboortegeslacht en -naam op je creditcard te zetten. Organisaties die zo handelen, vinden het waarschijnlijk ook gemakkelijker om diverser personeel te vinden. Zulke aanpassingen in je productaanbod beginnen bij goed onderzoek. Wij hebben ruime ervaring met kwalitatief en kwantitatief onderzoek onder de verschillende groepen die onder LHBTI+ worden geschaard.
Onderzoek onder mensen met een lage sociaal-economische positie
De kennis over mensen met weinig kansen neemt toe bij de overheid. Maar er is nog steeds een kloof te dichten tussen beleidsmakers en de mensen die geholpen zouden moeten worden door het beleid. Wij werken voortdurend aan betere methoden om deze doelgroep met onderzoek te bereiken. Standaard panelonderzoek is daarvoor niet genoeg. Mensen die bezig zijn met de eerste levensbehoeften vullen niet zomaar een enquête in. Soms speelt ook laaggeletterdheid mee. Ook daar kunnen wij op inspelen.
Wat levert het op
- Een groter bereik van communicatiecampagnes
- Een goed imago bij een bredere groep Nederlanders
- Meer talent om in te kunnen huren
- Innovatie door vernieuwende inzichten
- Beleid dat doet waarvoor het bedoeld is
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 314}
- Teaser tekst:
Increase the reach and effect of your communication among specific target groups. Integrate the variety of backgrounds into your marketing strategy.
- Teaser Auteur image 400x400:
The Netherlands is a multicultural society: of the approximately 17.5 million Dutch people, more than almost 25 percent have a migration background. Bicultural Dutch people may have different consumption patterns and wishes than Dutch people without foreign origin. The perspectives may differ on government policy, nutrition, leisure activities, housing, health care and financial services.
Organizations regularly forget to take differences in preferences into account in their product or service, communication and marketing strategy. Whereas you can increase the reach and effect of campaigns among specific target groups if you pay attention to those target groups. Your organization can integrate the diversity of backgrounds into the marketing strategy and thus better connect with the diverse cultures and people of all Dutch people.
What we do
We have been carrying out research and consultancy projects with regard to underrepresented target groups for more than 20 years. With this knowledge and expertise, we have grown into the research and consultancy firm in the field of ethno marketing and diversity policy. We offer:
- We strive to involve the target group we are researching. For example, we conduct research with the target group, instead of about it.
- More insight into a very diverse group of citizens and consumers with our Etnomentality model. With take our inclusive panel to the streets and with that we also reach the smaller target groups.
- Essential tools for reaching and including underrepresented target groups.
- Insight into necessary adjustments of marketing strategies.
What do you get
- Your organization can sell products or services to more people.
- More inclusive products and services by tailoring them to the needs of the target groups.
- Greater opportunities for recruitment with an inclusive hiring policy.
- Positive contribution to society with a diverse and inclusive policy.
- Quote:
Met de op Mentality gebaseerde persona’s heeft Motivaction een heel krachtig middel om organisaties besef bij te brengen wie de klanten zijn en wat ze beweegt, waardoor we in alle dingen die we doen meer klantgericht kunnen gaan werken.
- Quote auteur:
Jojanneke van der Voort, Beleidsmedewerker Marketing Nederlands Openluchtmuseum
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 281}
- Teaser tekst:
Jouw organisatie kan groei en succes realiseren door de strategie af te stemmen op jouw doelgroepen. Wij weten welke onderliggende motieven, normen en waarden hun mening en gedrag verklaren.
Jouw organisatie kan groei en succes realiseren door de communicatie, producten of diensten af te stemmen op de doelgroepen die voor jou van belang zijn. Wij gaan met ons doelgroeponderzoek een stap verder dan sociodemografische informatie en inzicht in gedrag. Wij weten wat mensen drijft: welke onderliggende motieven, normen en waarden hun mening en gedrag verklaren.
Segmentatieonderzoek van Motivaction maakt het jou makkelijker jouw product, dienst of communicatie af te stemmen. Bij dit type onderzoek verdelen wij de markt in verschillende groepen die op relevante aspecten onderscheidend zijn van elkaar. Het doel hiervan is respondenten zodanig in te delen dat zij binnen de segmenten zo veel mogelijk op elkaar lijken, terwijl ze per groep zo veel mogelijk van elkaar verschillen.
We kijken bij het segmenteren vaak naar waardenoriëntatie, maar kunnen daarnaast ook inzoomen op relevante kenmerken als culturele achtergrond, stedelijkheid, seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Om een voorbeeld te geven: als we op zoek gaan naar mensen die op het platteland wonen, kijken we ook graag of dat mensen met meer traditionele of vooruitstrevende waarden zijn.
Wat levert het op?
- Jouw producten of diensten krijgen een groter bereik
- Je krijgt zichtbaar welke potentiële doelgroepen je nu nog niet bereikt (blinde vlek)
- Je ontdekt welke doelgroepen nog niet bij jou op de radar staan, maar die wel jouw klant zijn
- Je blijft als organisatie up-to-date over jouw doelgroep en de veranderingen daarin
Persona's
Jouw klant kennen en begrijpen is de sleutel voor een succesvolle organisatie. Maar hebben alle medewerkers hetzelfde beeld van die klant? Snapt iedereen wat klanten écht belangrijk vinden? De kritische succesfactor van een klantgerichte organisatie is meer dan klantdenken. Cruciaal is klantdoen: de juiste doorvertaling van klantgericht gedrag in alle facetten van de organisatie.
Persona's zijn op maat gemaakte klantprofielen om de kennis over doelgroepen 'tot leven' te brengen binnen de organisatie. Zij geven een naam en gezicht aan de klant met motieven, verlangens en doelen in het leven. Het is een simpel, maar zeer krachtig middel om organisaties klantgerichter te maken. Persona's maken het begrip klant tastbaar én geven heel concreet aan hoe je klanten succesvol kunt benaderen.
Wat levert het op
- De inzet van persona's zorgt voor eenzelfde beeld van de klant in de hele organisatie
- Persona's helpen de wensen en problemen van klanten beter te begrijpen met als resultaat een hogere klanttevredenheid
- Door de gemeenschappelijke taal ontstaat een effectieve en consistente communicatie en productontwikkeling en een betere dienstverlening
- Medewerkers hebben aantoonbaar meer plezier om met klanten bezig te zijn
- De praktijk laat zien dat een omzetgroei van boven de tien procent mogelijk is door het gebruik van persona's
Customer Journey
Jouw (potentiële) klanten komen op verschillende manier met jouw organisatie in aanraking. De website, een nieuwsbrief, sociale media of een medewerker: allemaal contactpunten waar het goed of fout kan gaan.
Met een customer journey brengen wij alle contactmomenten met de klant en mogelijke verbeterpunten in kaart. Je visualiseert het (aankoop)proces vanuit het perspectief van de klant en ziet zo waar in het klantcontact verbeteringen haalbaar zijn. Een efficiënte manier om de klantbeleving te optimaliseren. En in de huid van jouw doelgroep te kruipen.
Met een customer journey map zet jij jouw klant centraal. Wil jij weten hoe wij jou kunnen helpen bij customer journey mapping en je klantbeleving optimaliseren? Neem dan contact met ons op.
Generatie Z
Jarenlang zijn Millennials de belangrijkste focus geweest van marketeers, beleidsmakers en werkgevers, maar we kunnen niet meer om de nieuwe generatie heen: Generatie Z. Deze generatie is geboren tussen 1995 en 2010 en is opgegroeid in de nasleep van 9/11 en economisch onzekere tijden. Het is de eerste generatie die zich geen leven zonder internet en influencers kan voorstellen. Maar zijn ze allemaal wel digital savvy, zelfverzekerd en klaar voor de arbeidsmarkt of een studie? Ga met onze hulp in gesprek met Generatie Z.
Leer deze doelgroep echt kennen. Welke motivaties liggen ten grondslag aan de keuzes die ze maken? Waarom vinden ze iets wel, of juist helemaal niet belangrijk? Deelname aan deze deepdive biedt inzicht in een onderwerp dat voor jouw organisatie relevant is.
Wat levert het op
- Direct inzicht in hoe Generatie Z denkt, voelt en praat over de door jou ingebrachte onderwerpen
- Inspiratie voor nieuwe proposities, innovaties of communicatie-uitingen
- In-context/in-the-moment opnames uit het leven van Gen Z
- Authentieke en snelle reacties op door jou bedachte ideeën, vragen of voorstellen
- Quote:
We kijken met plezier terug op de samenwerking tussen het KNGF & Motivaction team. In alle fases van de onderzoeken hebben we prettig kunnen werken. De deskundigheid en professionaliteit bij het team van Motivaction heeft ons zeker verder gebracht en een waardevol onderzoeksrapport opgeleverd waar we nog jaren profijt van hebben.
- Quote auteur:
Sandra Munsterman, KNGF Geleidehonden
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 246}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser checkmark #1:
Zicht op de nieuwe doelgroep
- Teaser checkmark #2:
Behoeften huidige doelgroep in kaart
- Open Graph image 1200 x 630:
KNGF Geleidehonden houdt zich met de scholing van honden voor blinden en zeer slechtzienden. Ook voor het ondersteunen van mensen met andere beperkingen leidtKNGF honden op.Bijvoorbeeld mensen in een rolstoel, personen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) of kinderen met autisme.
Spup (Sponsor een pup) is onderdeel van KNGF Geleidehonden. Door middel vanSpup kunnen donateurs een bijdrage leveren door een pup te sponsoren. De donaties dragen bij aan de opleiding van de pup waardoor mensen met een beperking een beter leven krijgen met een professioneel opgeleide hond.Spup sponsoren krijgen toegang tot een puppydagboek waarze via foto's, verhalen en filmpjes de avonturen van hun pup kunnen volgen tot2 jaar na de geboorte.
De vraag
Wat is de bekendheid en aantrekkelijkheid van de Spup-propositie? En hoe kunnen we deze propositie optimaliseren?
Het resultaat
Met dit onderzoek hebben we KNGF Geleidehonden concrete handvatten geboden om de Spup-propositie te optimaliseren. KNGF Geleidehonden speelt nu beter in op de behoeften van de huidige achterban door naast informatie over pups ook informatie over cliënten en hondentrainers aan te bieden. Daarnaast zijn de donateurspakketten aangepast waardoor er meer variatie is in de manieren waarop mensen kunnen doneren.
Daarnaast hebben we voor de Spup-propositie een nieuwe doelgroep ontdekt om aan te trekken. Een doelgroep die op dit moment nog helemaal niet door KNGF Geleidehonden wordt bereikt.
Het huidige donateursbestand van KNGF Geleidehonden bestaat momenteel voornamelijk uitPostmaterialisten. Een geëngageerde groep die relatief veel aan goede doelen geeft. KNGF Geleidehonden en Spup bieden daarentegen allerlei aanknopingspunten om ook een hele andere groep aan te spreken, namelijk deModerne burgerij. Deze relatief grote groep geeft graag aan doelen die een relatie hebben met dieren en gezondheid en hun geld in Nederland besteden.

Meer informatie over het Mentality-model
Moderne burgerij: De conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten.
Waarden: Gezelligheid, zekerheid, erbij horen, genieten, comfort, doe maar gewoon…
Postmaterialisten:De maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu.
Waarden: Maatschappelijk betrokken, balans lichaam en geest, bewust leven, verbeter de wereld, begin bij jezelf.
“Als onderzoekers zijn we helaas niet altijd betrokken bij de vervolgstappen die door klanten op basis van onderzoeksresultaten worden gezet. Het mooie aan dit onderzoek is dat weKNGF Geleidehondenecht hebben kunnen verder helpen door heel concreet verbeterpunten te formuleren voor Spup. Dat we daarnaast een hele nieuwe potentiële doelgroep hebben kunnen vaststellen maakt dat je echt het gevoel hebt dat je de klant hebt kunnen verder helpen.”
- Lieke van Duist, Research Manager
Het proces
Om antwoord te geven op de onderzoeksvraag hebben we een gefaseerde onderzoeksopzet voorgesteld. We zijn gestart met een kwantitatieve doelgroepanalyse. Middels een online survey hebben we allereerst het profiel van zowel de huidige donateurs als de potentiële doelgroep in kaart gebracht. Daarnaast hebben we de bekendheid, aantrekkelijkheid en waardering van de Spup-propositie onderzocht.
Na het online onderzoek hebben we verdiepend kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Hiervoor stelden we focusgroepen samen met huidige én potentiële donateurs uit verschillende Mentality milieus en hebben we de beleving en waardering van de Spup-propositie en gerelateerde communicatie in kaart gebracht.
Wat interessant is aan deze case is dat KNGF Geleidehonden in eerste instantie bij ons kwam met de vraag hoe zij de Spup-propositie konden optimaliseren. Wij hebben echter geadviseerd niet alleen een propositietest te doen maar eerst de (potentiële) doelgroep goed in kaart te brengen. Als je geen inzicht hebt in de wensen en behoeften van jouw doelgroep is het lastig om een propositie of communicatie op hen af te stemmen.
Juist door doelgroeponderzoek te combineren met communicatieonderzoek krijg je inzicht in hoe je zo effectief mogelijk met de doelgroep communiceert en krijg je handvatten hoe je proposities of communicatie concreet kunt verbeteren. Hierdoor behaal je beter resultaat en kun je budgetten doeltreffender inzetten.
- Quote:
De samenwerking met Motivaction kenmerkt zich door groot enthousiasme en meedenken en een mooi en bruikbaar eindresultaat
- Quote auteur:
Lisette Kaupmann, Innovator Duurzaamheid en Vernieuwing bij Stedin
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 226}
- Auteur 2 Voorbeeld code {loadmoduleid 134} het id is het nummer van de module:
{loadmoduleid 197}
- Teaser tekst:
Hoe denken Nederland en jouw doelgroep over duurzaamheid? Wij weten hoe je effectief met jouw doelgroep communiceert over duurzaamheid.
Hoe kijkt Nederland aan tegen duurzaamheid en de energietransitie? Wat zijn de redenen om mee te doen en waarom hebben mensen moeite met al die ontwikkelingen op dit gebied? Welke argumenten zet je in om jouw doelgroep een warmtepomp te verkopen? En hoe verleid je jouw doelgroep om meer vegetarisch te eten of tweedehandskleding te kopen? Het bedrijfsleven, de overheid en ook NGO's zijn intensief bezig met duurzaamheid, vooral op de domeinen energie, mobiliteit, voeding, wonen en kleding. Wij als onderzoekers zijn altijd op zoek naar motieven en drempels voor gedrag en leveren antwoord op bovenstaande vragen.
Wat wij doen
Motivaction houdt bij wat de status van het land is op de diverse domeinen die onder duurzaamheid vallen. Omdat we dit thema zo belangrijk vinden, hebben we een aantal zaken ontwikkeld waardoor we onze klanten beter kunnen helpen.
Vijf Tinten Groener
Met onze segmentatie Vijf Tinten Groener geven wij inzicht in hoe de Nederlandse bevolking naar duurzaamheid kijkt. Elk segment heeft zijn eigen opvattingen, motieven en voorkeuren om wel of niet duurzaam te leven. Hierdoor hebben we veel relevante voorkennis en ondersteunen we onze klanten goed en efficiënt.
Maatschappelijke Impact Monitor
Met de Maatschappelijke Impact Monitor (MIM) laten we al sinds 2009 zien hoe belangrijk Nederlanders duurzaamheid vinden. We focussen daarbij op de kloof tussen intentie en gedrag: Waarom vinden consumenten het wel belangrijk dat bedrijven duurzame producten en diensten leveren, maar kiezen ze in de winkel vaak niet voor de duurzame optie. Juist het antwoord op deze vraag geeft onze klanten richting om succesvol duurzaam te zijn.
Voorloperspanel Duurzaamheid
Omdat duurzaamheid een onderwerp is waar veel van onze klanten producten en diensten voor ontwikkelen, hebben wij een Voorloperspanel Duurzaamheid opgezet. In dit panel zitten 500 respondenten die door middel van gedrag en bezit van producten hebben laten zien dat ze voorlopen op de rest van Nederland. Afhankelijk van jouw branche kunnen we personen selecteren die in jouw branche voorlopers zijn. We focussen ons op de branches energie, mobiliteit, voeding, wonen en kleding.
Energiereeks
In onze Energiereeks over de energietransitie delen we de mening van Nederlanders over de actuele thema's in de energiemarkt. Deze reeks is een samenwerking met de NVDE. Samen met de NVDE nodigen we onze relaties uit om thema's aan te dragen voor deze reeks.
Wat levert het op
- Inzicht in de status van het land: Hoe denken Nederland en jouw doelgroep over duurzaamheid?
- Effectieve duurzaamheidscommunicatie. Hoe communiceer je met je doelgroep over duurzaamheid?
- Persona’s die onderscheidend zijn in hun houding ten opzichte van duurzaamheid.
- Inzicht in hoe jouw klanten staan tegenover verduurzaming van jouw product of dienst
- Heldere handvatten bij de ontwikkeling van producten en diensten.