Nederlanders onderschatten internetrisico’s en overschatten hun eigen capaciteiten om zich daartegen te beschermen. Dat blijkt uit onderzoek van Motivaction, in opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), dat begin oktober is gepubliceerd.
Nederlanders maken zich wel zorgen over internetveiligheid, maar doen daar vervolgens weinig mee. Een ruime meerderheid zegt (zeer) goed of zelfs uitstekend om te kunnen gaan met potentieel gevaarlijke situaties op internet. De onderzoekers noemen die houding van de Nederlanders „naïef”.
Het onderzoek is onderdeel van de campagne Alert Online, waarmee de NCTV sinds 2012 Nederlanders bewust wil maken van digitale risico’s. Jaarlijks wordt het cyberbewustzijn en de internetvaardigheden van Nederlanders onderzocht, voorafgaand aan twee campagneweken, die dit jaar deze maandag worden afgetrapt door demissionair staatssecretaris Klaas Dijkhoff (Veiligheid en Justitie, VVD).
De onderzoekers bevroegen deze zomer 1.123 mensen tussen de 13 en 80 jaar. Bijna de helft (46 procent) maakt zich zorgen om internetrisico’s. Die gaan vooral over ‘klassieke’ gevaren als phishingmails. Gevaren van openbare wifi-netwerken, USB-oplaadpunten en banners zijn minder bekend. Ook bereiden Nederlanders zich amper voor op een cyberaanval. De kennis en de prioriteit daarvoor ontbreken simpelweg. De kans getroffen te worden door een cyberaanval wordt ingeschat op 15 procent, terwijl 55 procent ooit een phisingmail heeft ontvangen. Slechts een op de vijf slachtoffers neemt maatregelen.
Speciale aandacht hadden de onderzoekers dit jaar voor de „risicogroep” kinderen uit groepen 7 en 8. Van hen heeft 90 procent een smartphone en 70 procent een profiel op Facebook, Instagram en/of Snapchat. Een op de drie vertoont weleens risicovol gedrag, en ouders kijken vaak niet mee, aldus de onderzoekers.
Download hier de volledige infographic
Download het volledige rapport 'Nationaal Cybersecurity Bewustzijnsonderzoek'
Bron: NRC, 02.10.2017
