Toegankelijkheid

Skip to main content

De do's en don'ts als je het met rechtse kiezers over klimaatverandering wil hebben

10 maart 2017

‘Klimaat is niet links of rechts’, is de leuze van een campagne die nu loopt om Nederlandse stemmers te bereiken. Maar aan de rechterkant is het lastiger kiezers te raken met boodschappen over klimaatverandering dan ter linkerzijde. Advies van Britse onderzoekers: gebruik andere taal.


Op naar een groene samenleving. Ga op de eco-toer. Samen kunnen we de planeet redden.’ Dit klinkt als een onschuldige, optimistische boodschap. Maar wie iedereen mee wil krijgen in de strijd tegen klimaatverandering en vervuiling kan deze woorden beter niet gebruiken. Het is taal die burgers met een politieke voorkeur rechts van het midden afschrikt. Het bericht komt bij hen niet aan, wekt juist ergernis.

 

Hoe dit deel van de bevolking wel te bereiken is een steeds prangender probleem, constateren Britse onderzoekers en dat speelt niet alleen in hun eigen land. Regeringen hebben ruim een jaar geleden in Parijs getekend voor vergaande vermindering van de CO2-uitstoot in een ‘historisch’ klimaatakkoord. Inmiddels regeert echter de realiteit van het stemhokje. Populistische en rechtse partijen die weinig op hebben met het onderwerp of ronduit sceptisch zijn over klimaatonderzoek zijn overal in Europa in opkomst. Lastig, want de maatregelen en wetgeving die nodig zijn om de Parijse doelen te bereiken zijn zo ingrijpend, dat brede steun van de bevolking, langs alle politieke lijnen, noodzakelijk is.

 

De vraag is dus wat te vertellen. Climate Outreach, een onafhankelijk Brits instituut voor communicatie over klimaatverandering, sprak met twee groepen rechtse kiezers en haalde daar do’s en don’ts uit. Milieujargon spreekt deze groep dus niet aan. Spreek niet van ‘revolutie’, ‘snelle verandering’ of de geldhonger van de olie-industrie. Heb het ook niet over de veelbelovende technologieën voor schone energie en hoge winsten uit duurzaam zakendoen. Het zijn vergezichten die al snel het stempel ‘te optimistisch’ krijgen.

 

Geleidelijkheid en trots

Om de rechts-conservatieve groepen te betrekken bij het broeikasprobleem, is het volgens Climate Outreach beter dicht bij huis te blijven. Vertel persoonlijke verhalen, wees eerlijk en authentiek, benadruk continuïteit, leg uit dat veranderingen geleidelijk gaan, heb respect voor tradities en haak aan bij trots over het nationale landschap.

 

De Universiteit van Cardiff heeft er preciezer - en wetenschappelijk verantwoord - onderzoek naar gedaan en dat onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Global Environmental Change. Het is het eerste Europese onderzoek in z’n soort. Groepen kiezers aan de rechtse, conservatieve kant kregen vier verschillende stukken tekst voorgelegd. Korte stukjes met uitleg over klimaatverandering en het mogelijke beleid om dat tegen te gaan. Daar gingen ze vervolgens over discussiëren.

De beste ontvangst kreeg de verhaallijn ‘Verspilling vermijden is een kwestie van gezond verstand’. Het is een pragmatische benadering die aansluit bij verantwoordelijkheidsgevoel. Samengevat: je leert je kinderen dat ze geen eten moeten weggooien, het licht uit te doen als je de kamer verlaat. Het is heel fijn in een buurt zonder afval te wonen. Miljoenen van ons wonen in tochtige, vochtige woningen. Huizen isoleren zorgt ervoor dat je comfortabeler woont, daar gaat efficiënt omgaan met energie over. Deze invalshoek bleek het beste aan te sluiten bij conservatieve waarden zoals zuinigheid, verantwoordelijkheid voor volgende generaties en respect voor de aardse hulpbronnen.

 

Het appèl op ‘Gezondheid en kwaliteit van leven’, kwam minder overtuigend over. Het schetst dat hernieuwbare energie lucht en water schoner maakt en haalt de Britse artsenorganisatie aan dat klimaatverandering slecht is voor de gezondheid. Iedere winter zouden 10.000 Britten eerder doodgaan doordat ze in te koude woningen leven. En de overstromingen in de winter van 2013/2014 vernietigde huizen van mensen die daar hun hele leven hard voor gewerkt hadden.

 

Hoewel het lijkt dat dit verhaal goed aansluit bij het persoonlijke leven, oogstte het toch wantrouwen. De ouderen reageerden sceptisch op de claim van schonere lucht: vroeger was het veel erger. Ook de ‘zielige’ passage over de ouderen in slechte huizen kwam niet aan. “Praten over mensen die beter af zouden moeten zijn, is typisch linkse taal”, zei een van de deelnemers. Bovendien kwam in de bespreking van dit verhaal de algehele argwaan jegens statistiek en instituties naar boven. Tienduizend doden, wie zegt dat het klopt? Ook de Britse artsenorganisatie werd niet zonder meer geloofd als onafhankelijke bron: die zal ook wel politieke motieven hebben. Ergernis was er verder over het mengen van sociale kwesties - mensen in gammele huizen - met milieu- en klimaatissues.

Lokaal landschap

Het derde verhaal heeft Great British Energy, geweldige energie van eigen bodem, als uitgangspunt. Ruggegraat in deze tekst is de lokale democratie: veranderingen in de energievoorziening moeten de steun hebben van de plaatselijke bevolking. Niemand woont graag naast een windmolen, maar ook niet naast een boorput voor schaliegas. We moeten het landschap behouden voor onze kinderen en kleinkinderen. In de loop der tijd hebben we de rivieren schoongemaakt en de bossen beschermd, maar klimaatverandering kan nog veel grotere gevaren met zich mee brengen. We moeten leren van landen als Duitsland. Technologieën voor schone energie kunnen duizenden banen opleveren.

 

Het kernidee in deze tekst, dat burgers zelf een grote stem zouden moeten hebben, sloeg aan bij de rechts-conservatieve kiezers. Maar ze konden zich toch niet voorstellen dat de nationale overheid helemaal geen rol meer zou hebben. De tegenstelling windmolen-boorput werd ronduit verworpen als onecht. Sommigen zouden liever naast een boorput wonen.

 

Als laatste kregen de deelnemers een optimistisch economisch verhaal voorgelegd. Slim geld: het gaat niet langer over de ‘alternatieven’ zon en wind, die geven nu de toon aan. Investeringen daarin zijn geëxplodeerd, er komt meer capaciteit aan hernieuwbare energie bij dan aan kolen, olie en gas. De groene economie levert op de lange termijn veel baten op voor iedereen. Die toekomst is al begonnen, zie het duurzame beleid van bedrijven als Ikea en Unilever.

 

Hoewel buitengewoon zonnig verteld, scoorde deze tekst in het onderzoek het slechtst. Er klonken veel twijfels aan de motieven van ‘big business’. Duurzaam zakendoen oké, maar hoe oprecht zijn die met name genoemde bedrijven werkelijk? Gaat het niet meer om imago en winsten? ‘Slim geld’ associeerden de deelnemers niet met hun eigen situatie. Dat zal er wel op uitdraaien dat sommigen er veel geld aan verdienen en de gewone man meer moet betalen, was de teneur in de gesprekken. Net als bij de tekst over gezondheid werden de genoemde cijfers - duizenden banen - betwijfeld. Automatisch dachten ze dat die getallen uit onbetrouwbare bron zouden komen, zoals een zonnepanelenbedrijf of een milieuorganisatie. In werkelijkheid kwamen ze van een prominente Britse conservatief maar dat hadden de onderzoekers er expres niet bij verteld.

 

Nu leveren dit soort tests in kleine gespreksgroepen waardevolle informatie op, het is lastig er iets uit af te leiden voor grote groepen kiezers. Ook een beoordeling door ruim tweeduizend mensen liet een voorkeur zien voor ‘Verspilling’ en ‘Great British Energy’ ter rechterzijde. Wat de onderzoekers in dit grotere, kwantitatieve onderzoek opviel is de brede, bijna allergische reactie op iedere directe verwijzing naar het klimaatprobleem. Dat betekent nog fikse uitdagingen voor de communicatie over klimaatverandering.

 

Scepsis in nederland

Onderzoek als dat van de Universiteit in Cardiff is er in Nederland niet. De meest verse informatie over de houding van de Nederlandse burger tegenover het klimaatprobleem is te vinden in de laatste Burgerperspectieven van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), twee maanden geleden gepubliceerd. ‘Natuur en milieu’ definiëren de meeste Nederlanders niet als probleem, het onderwerp eindigt in de achterhoede van urgente vraagstukken, behalve bij de aanhang van GroenLinks.

Scepsis en wantrouwen leven in Nederland ook. Zo vindt minder dan de helft van de bevolking dat overtuigend is aangetoond dat het gebruik van fossiele brandstoffen grote invloed heeft op het klimaat. Ook is, net als in Groot-Brittannië, brede twijfel aan de geloofwaardigheid. Gevraagd naar ‘vertrouwen in instanties voor informatie over (duurzame) energie en de energietransitie’, geeft maar liefst 55 procent ministeries en andere overheden een onvoldoende. Wetenschappers doen het beter: twee derde van de ondervraagden heeft (enigszins) vertrouwen in hen. Energiebedrijven wekken veel meer argwaan. Meer dan de helft heeft daar weinig of helemaal geen vertrouwen in.

 

Onderzoeksbureau Motivaction publiceerde in 2013 ‘Vijf tinten groen, een brede verkenning naar de waarden van verschillende groepen Nederlanders en de manier waarop zij duurzaamheid ervaren’. Vijf groepen onderscheidt Motivaction, die op een verschillende manier benaderd zouden moeten worden om ze tot duurzaam consumeren te bewegen: plichtsgetrouwen, structuurzoekers, statusbewusten, verantwoordelijken en ontplooiers.

 

Zo voelen de ‘plichtsgetrouwen’ zich eerder aangesproken door een simpele boodschap die aansluit bij hun eigen leefomgeving en zijn de ‘structuurzoekers’ slechts met lage kosten te bewegen duurzame keuzes te maken.

 

Bron: Trouw, 09.03.2017

Gerelateerde artikelen

Never waste a good crisis

Ester Koot
21 mei 2021

Kerstpakket veruit het populairst als extra beloning

Jeroen Senster
02 december 2021

Helft millennials wil baan met flexibele werktijden

Jeroen Senster
17 april 2019

The trend is your friend: volg ontwikkelingen op de arbeidsmarkt

Anna Newen
30 mei 2023
Neem contact met ons op



Copyright ©2023 Motivaction International. All Rights Reserved

Powered by © Totoweb and Gonta Creative Agency